maandag 12 mei 2014

Vanuit de praktijk

Vanuit de theorie

Ervaring in de praktijk 3

Ervaring in de praktijk 2

Interviews taaktoets 1. 

Voor onze taaktoets 1 hebben wij allemaal individueel een interview gehouden met een persoon uit de groepering 'ouderen'. In deze taaktoets moesten wij een beschrijving geven van de geïnterviewde persoon, met behulp van de diversiteitscirkel. Vervolgens moesten wij een stukje schrijven over de beeldvorming door de maatschappij over de groepering 'ouderen'. Hierbij moesten wij ook vermelden hoe de geïnterviewde persoon dit ervaart en hoe hij of zij graag gezien wilt worden. Daarna moesten wij een stukje schrijven over bepaalde vooroordelen die wij zelf hadden t.a.v. de groepering 'ouderen' en hoe deze veranderd waren tijdens het interview. Ook moesten wij reflecteren op een betekenisvolle situatie tijdens het interview. 
Tot slot moesten wij per persoon drie aanbevelingen geven ten aanzien van taaktoets 2 n.a.v. het interview.
Deze zullen wij hieronder weergeven.



_________________________________________________________________

J. de R. heeft Mevrouw F.K. geïnterviewd. Mevrouw F.K. woont in het woonzorgcentrum in Swalmen. 

Aanbeveling 1: Wij willen laten zien dat onze doelgroep ‘ouderen’ ontzettend veel levenservaringen heeft opgedaan door de jaren heen (ze hebben de meeste levenservaringen van alle groeperingen). Omdat de meeste ouderen open staan om hierover te vertellen (dit heeft J.R. ervaren op haar stage tijdens de vele gesprekken met bewoners van het woonzorgcentrum in Swalmen) kunnen ze hun levenservaringen doorgeven en kunnen veel mensen hier iets van leren.
________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Wij willen laten zien dat het geloof een grote rol kan spelen in het leven van een oudere en dat zij hier ook kracht uit kunnen putten bij bijvoorbeeld tegenslagen.
Deze aanbeveling hebben wij opgesteld n.a.v. het interview van J.R. met Mevrouw F.K. omdat hierin naar voren kwam dat zij tijdens de moeilijke momenten in haar leven de hoop niet heeft opgegeven omdat zij kracht kon halen uit haar geloof, haar geloof speelt een belangrijke rol in haar leven.
_________________________________________________________________

Aanbeveling 3: Wij willen laten zien dat de meeste ouderen bereid zijn om hun levenservaringen te delen, ze vinden het namelijk fijn om hun verhaal kwijt te kunnen. Ze zijn ook bereid om hun hulp aan te bieden en wijze raad te geven. Dit kunnen wij concluderen uit de ervaringen van Judith op haar stage plek.

Judith heeft d.m.v. haar stage plek in een woonzorgcentrum veel ervaring met de doelgroep ‘ouderen’. Hieruit kan zij concluderen dat het merendeel van de ouderen het erg prettig vind om een praatje te maken. De meeste ouderen binnen een woonzorgcentrum hebben minder contacten dan voorheen toen ze nog zelfstandig woonde en vinden het daarom prettig om in contact te zijn met anderen. 

_________________________________________________________________

E.R. heeft Mevrouw van G. geïnterviewd. Mevrouw van G. woont 
in het woonzorgcentrum De Beyart in Maastricht. 

Aanbeveling 1: Wij willen laten zien hoe bescheiden ouderen zijn. Ze kunnen misschien veel hebben (fortuin), maar scheppen hier niet over op. 

_________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Ondanks dat ouderen lichamelijk steeds minder gaan functioneren, zijn er een heel aantal nog erg actief. Laat dit zien! 



_________________________________________________________________

Aanbeveling 3: Mensen praten graag, vooral over zichzelf. Voor ouderen is dit niet anders, laat mensen eens met elkaar in contact komen! . E.R. heeft namelijk erg veel geleerd van haar interview en dit gunt zij anderen ook. 


_________________________________________________________________

A.A. heeft Mevrouw Anoniem geïnterviewd. Mevrouw Anoniem is van Surinaamse afkomst. 

Aanbeveling 1: Wij willen dat de aandacht brengen naar de krachten van ouderen op het gebied van kennis en wijsheid die zij gedurende levensjaren hebben opgedaan. 


_________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Wij willen d.m.v. een toneelstuk uit te voeren een goed beeld geven van de heersende beeldvorming in de maatschappij over de doelgroep 'ouderen'. 



_________________________________________________________________

Aanbeveling 3: Wij willen de kracht van ouderen om 'van niets, iets te kunnen maken', naar voren brengen.

___________________________________________________________________________________

K.R. heeft Mevrouw M.S. geïnterviewd. Mevrouw M.S. woont zelfstandig in een rijtjes huis. 

Aanbeveling 1: Wij willen laten zien dat ouderen beschikken over doorzettingsvermogen. Vaak is het zo dat ouderen veel heben mee gemaakt (ze hebben immers al een heel leven achter zich) en dit dan op een positieve manier bekijken: ze laten zich hier door niet belemmeren maar leren hier juist van. 








_________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Wij willen laten zien dat ouderen beschikken over een enorm aanpassingsvermogen. In het interview dat K.R. heeft gehouden met Mevrouw M.S. kwam dit goed naar voren, Mevrouw M.S. heeft zich namelijk altijd moeten aanpassen en zij ziet dit zelf ook als een kracht die zij bezit.





_________________________________________________________________


Aanbeveling 3: Wij willen laten zien dat veel ouderen van zichzelf houden en erg positief ingesteld zijn ondanks de voorkomende verminderende lichamelijke en psychische functies. Het is namelijk een kracht om te weten wat je aan jezelf hebt, hier van houdt en positief over jezelf bent! Ook dit kwam terug in het interview van K.R. met Mevrouw M.S.     


Ervaring in de praktijk 1

Meeloop dag bij de Zorggroep, 16 mei 2014 van 9:30 uur tot 15:00 uur.

Doelgroep: ouderen die niet meer in staat zijn om zelfstandig te wonen (zelfstandigheid verschilt per cliënt, ze doen zoveel mogelijk zelf maar zij krijgen hulp waar dit nodig is).
Vandaag gaat onze groep (Angelica, Elize, Kim en Judith) een dagje mee helpen (als vrijwilligers) bij het Amalia feest van 9:30 uur tot 15:00 uur). Door een dagje mee te lopen kunnen wij erg goed in contact komen met onze doelgroep ouderen om zo een beter beeld te krijgen van hoe hun leven wordt vorm gegeven.
Hier moeten wij wel bij vermelden dat wij vandaag helaas maar met een klein deel van onze doelgroep te maken zullen krijgen. Onze doelgroep is ouderen (65+), en hier horen dus ook zelfstandig wonend ouderen bij! Vandaag zullen wij alleen in contact komen met ouderen die niet meer in staat zijn tot het zelfstandig wonen.

Om 9:30 hebben wij ons gemeld bij Rian, zij is verantwoordelijk voor alle vrijwilligers binnen de twee zorglocaties. Hier hebben wij te horen gekregen wat er vandaag op de planning stond en wat onze taken zouden zijn, de planning zag er als volgt uit.
Van 10:00 uur tot 11:00 uur was er een Heilig Mis.
Van 12:00 uur tot 13:30 uur was er een feest maal.
Van 14:30 uur tot 16:00 uur was het Amalia feest.

Om 9:45, toen de planning duidelijk was voor ons, zijn Kim en Angelica de zorg mee gaan helpen met het halen van de bewoners voor de Heilige Mis. Ondertussen zijn Judith en Elize alvast naar de zaal gegaan zodat zij de gastvrouw konden helpen met de voorbereidingen voor de Heilige Mis.

Om 10:00 waren alle bewoners (die hier behoefte aan hadden) aanwezig in de zaal en waren alle voorbereidingen getroffen. Kim, Angelica en Elize zijn verspreid in de zaal gaan zitten tussen de bewoners om mee te delen aan de Heilige Mis (en om eventueel om te helpen met het drinken van hun koffie of om even een praatje te maken al was dit niet gebruikelijk tijdens een Heilige Mis).  Judith is tijdens de Heilige Mis achter de bar blijven staan, zodat zij mee kon helpen met het rond brengen van koffie en thee.

Toen om 11:00 uur de Heilige Mis voorbij was heeft onze groep de rollen opgewisseld. Judith en Elize zijn de zorg toen gaan helpen met het terug brengen van de bewoners naar hun kamer. En Angelica en Kim hebben de gastvrouw geholpen met het ophalen van de vuile vaat/tafels afvegen, enzovoort.

Om 11:30 moesten wij allemaal weer aanwezig zijn in de zaal zodat wij konden helpen met de voorbereidingen van het Feestmaal. Omdat er toen in totaal vier gastvrouwen aanwezig waren, was het niet nodig dat wij allemaal meehielpen met de voorbereidingen van het Feestmaal, wij liepen elkaar dan in de weg. Daarom zijn Kim, Angelica en Elize de zorg gaan helpen met het brengen van de bewoners naar het Feestmaal (als zij hier zelf niet toe in staat waren).

Om 12:00 uur waren alle bewoners aanwezig in de zaal en waren alle voorbereidingen getroffen.
Wij zijn toen weer verspreid door de zaal gaan zitten, ieder aan een andere tafel. Wij konden de bewoners toen helpen met het invullen van hun menu keuze (als zij dit zelf niet konden lezen of noteren). Later konden wij bijvoorbeeld helpen met het snijden van hun vlees, mocht dit niet lukken.  Ook mochten wij rondgaan met kannen water voor de bewoners die hier behoefte aan hadden.
Om 13:30 hadden alle bewoners hun warme maaltijd op. Kim en Angelica zijn de zorg toen weer gaan helpen met het terug brengen van de bewoners naar hun appartement. Elize en Judith zijn in de zaal gebleven en hebben de gastvrouwen geholpen met het opruimen van de vaat en met de voorbereidingen voor het Amalia Feest.

Om 14:00 uur hebben wij een kwartier pauze gekregen, wij mochten onze pauze in de zaal houden. Dit was erg fijn, want er waren een aantal bewoners in de zaal gebleven omdat ze niet de hele tijd heen en weer gebracht wilden worden aangezien ze om 14:30 weer aanwezig wilde zijn bij het Amalia Feest. 

Om 14:15 uur zijn Judith en Elize mee gegaan met de zorg om de bewoners op te halen die graag bij het Amalia feest wilden zijn. Kim en Angelica zijn in de zaal blijven zitten om de aanwezige bewoners gezelschap te houden en alvast een kopje koffie of thee aan te bieden. Toen om 14:30 alle bewoners aanwezig waren, kondigde Rian de muziekmiddag aan en begon de muzikant met het spelen van zijn muziek. Kim en Angelica hebben tot 15:00 uur meegeholpen in de bediening, en Judith en Elize zijn beide aan een andere tafel gaan zitten om de bewoners gezelschap te houden.

Toen het 15:00 uur was is onze groep terug gegaan naar het kantoor van Rian om haar te vertellen hoe de dag was verlopen. Er waren geen bijzonderheden voorgevallen en wij hebben deze dag alle vier positief ervaren. We hebben haar bedankt dat wij deze mogelijkheid hebben gekregen om in contact te komen met groot deel van onze doelgroep.

Persoonlijke ervaringen van Judith de Rijk: 

Ik heb deze meeloop dag erg positief ervaren. Omdat ik vaker heb meegeholpen bij een muziekmiddag op het Amalia Hof, wist ik wat ik kon verwachten van deze dag. Achteraf gezien is de dag dan dan ook verlopen naar mijn verwachtingen. Zoals gewoonlijk waren de bewoners erg enthousiast over de muziekmiddag, normaal vind deze plaats op de woensdag maar omdat het Amalia Hof vandaag 6 jaar bestond werd er een extra muziekmiddag georganiseerd om deze feestdag te vieren. De doelgroep waarmee wij vandaag in aanraking zijn gekomen, daar had ik al een goed beeld van. Daarom heb ik vandaag ook geen nieuwe bevindingen opgedaan. 

Persoonlijke ervaringen van Angelica Aram:

Ik vond het heel leuk dat we een dagje mee konden lopen bij het Amalia feest. Ik had namelijk geen vooroordelen over deze groeperingen. Omdat ik twee haar lang stage heb gelopen bij Ave Maria te Geulle. Wel vond ik het apart dat er de inrichting goed aangekleed was met warme kleuren. Wel vond ik jammer dat er geen gezamenlijke woonkamer was. Het was wel een soort van restaurant. Dit vond ik wel jammer voor de bewoner. Bij het thuisbrengen was het even zoeken naar de juiste rollator. Elke rollator had aan de zijkant naam en kamernummer van de bewoners. Verder vond ik het een super gezellige dag om mee te maken. tijdens het feestmaal spraak mij een cliënt aan om naar de wc te gaan. Op dat moment wist ik even niet wat ik moest doen. heb ik hier Judith bij gehaald en zij heeft verder afgehandeld. Wel heb ik gemerkt dat er veel te lang duurde voordat mevrouw geholpen omdat de zorg pauze had en wilde niet aanpassen aan de behoefte van de cliënt. k vind persoonlijk dit niet kunnen. Pauze of geen pauze mevrouw heeft nu behoefte om naar de wc te gaan.
Dit vond ik heel zwaar om te begrijpen wel heb ik mijn mening bijgesteld ik begreep dat de zorg zijn pauze moet nemen wel vind ik dat er dan vervangende moet geregeld worden om de taken op te nemen.

Persoonlijke ervaringen van Elize Rebourg:

Het was een hele ervaring.  Na de heilige Mis ben ik cliënten terug gaan brengen naar hun appartement. Tijdens het terugbrengen was er een man van 85. Op het eerste gezicht leek hij niet vitaal: Hij had een rolstoel en zat wat ineengebogen. Toen ik hem de rolstoel gaf en samen met hem ging wandelen, bleek hij nog heel ‘helder’ te zijn. Ik vroeg hem wat dingen: Hoe oud hij was, hoe lang hij hier al woonde en zo kletsten we nog wat verder. Ook vertelde hij dat hij toch al wat vergeetachtiger begon te worden en dat erg moeilijk vond. Hij had vroeger veel boeken gelezen en hard gewerkt, dus de vergeetachtigheid zag hij echt als ‘een zwakte’. Ik vond het lastig om dit verhaal te horen, omdat ik me het moeilijk kan inbeelden. Het zette me aan het denken: Iemand die altijd heel goed en bij de tijd is geweest, hoe zou het dan zijn om het op een gegeven moment dan niet meer te weten? Verschrikkelijk, denk ik.  Dit is een leerzame ervaring geweest, omdat ik in eerste instantie dacht dat de man niet meer vitaal was. Een vooroordeel. Maar toen ik met hem ging praten, bleek eigenlijk het tegenovergestelde.  Ik vond het fijn om mee te mogen met Judith.


Persoonlijke ervaringen van Kim Reijnders: 

Ik heb een hele leuke dag gehad met de bewoners van het verzorgingstehuis. Ik vond het erg leuk dat we zo betrokken werden bij het proces waardoor ik ook echt heb mogen ervaren hoe het er aan toe gaat in een verzorgingstehuis. Wat ik heel erg positief vond van het verzorgingstehuis is dat iedere bewoner een eigen appartement heeft, waardoor hij/zij toch een eigen plekje heeft en zich hier eventueel ook kan terug trekken. Het was leuk om te zien dat iedere bewoner zijn/haar appartement anders heeft ingericht, dit typeert ook een deel van hun persoonlijkheid. Het contact met de ouderen verliep goed, ik ben met verschillende ouderen in gesprek gegaan. Wat ik heel opvallend vond was dat een mevrouw behoorlijk fel op mij reageerde, terwijl ik in mijn beleving niks vreemds had gedaan. Ik vroeg alleen of ik haar aansteker even mocht lenen om een sigaret van een andere bewoner aan te steken, waarop zij heel erg begon te snauwen maar hem mij uiteindelijk wel even mee gaf. Toen ze me terug naar binnen zag komen begon ze direct naar me te wijzen en te schreeuwen dat ik terug moest komen. Toen ik haar kant op kwam riep ze ‘’ geef hier, die is van mij en dadelijk ben ik hem weer kwijt’’, waarna ik de aansteker terug gaf en zij hem uit mijn handen trok. Een verzorgster benoemde naar mij dat zij wantrouwig is en moeite heeft met nieuwe mensen. Ze heeft altijd heel erg zelfstandig gewoond en nu woont ze in een tehuis met allemaal anderen mensen, andere verzorgers en andere vrijwilligers, waar ze zelf niet eens een voor gekozen heeft maar het toch maar moet accepteren. Ik schrok wel van deze reactie maar dit heeft mij ook aan het denken gezet. Ouderen die niet meer zelfstandig wonen zijn afhankelijk van anderen mensen, dit is niet altijd makkelijk en niet altijd leuk. Maar toch wordt er vanuit de verzorgers verwacht dat de ouderen zich begeleid baar opstellen en niet tegenstribbelen i.v.m. hun drukke tijdsschema’s. Eerst dacht ik dat ouderen veel deden mopperen en kon ik dit niet begrijpen, maar nu ik heb kunnen waarnemen hoe het binnen hun leefomgeving er aan toe gaat kan ik deze reacties wel begrijpen. Dit betekend dus dat deze dag mijn waarneming, gedachte en vooroordelen positief hebben veranderd. Ook heb ik ervaren dat niet alle ouderen hetzelfde zijn en allemaal andere gevoelens en gedachtes hebben, dit maakt iedere oudere uniek.

HR 19 Organisatiekunde 1

HR 18 Ethiek en diversiteit 2

HR 17 Culturele antropologie en diversiteit 4

HC 17: culturele antropologie: diversiteit en gender, Marijke Sniekers.

Mannelijk (plaatje alcohol) baard, gespierd.. beeld dat neer wordt gezet hoe een man er uit zou moeten zien. Je houd van vechten, enzovoort.
Vrouwelijk (plaatje Bart Smit meisjes speelgoed), alle vrouwen poetsen, doen boodschappen en koken. Doe vooral wat je moeder doet, zij is ook veel in het huishouden bezig.
Plaatje action men en Barbie: zo worden mannen en vrouwen in de samenleving geprojecteerd.
Verwachtingen van mannen en vrouwen in de samenleving. Ideaalbeelden en waar moet je naartoe groeien? Wat wordt hierover in onze samenleving gezegd, uitgebeeld. En hoe zien deze beelden er werkelijk uit? Hoe voldoe jij en de mensen uit de groepering aan dit beeld? Plaatjes zijn stereo typerend.

Stereotypen: zijn toch op zekere waarheden gebaseerd. Hoe mensen zich kleden en gedragen.
Hoe doorbreek je nu die stereo typeringen (songfestival vrouw met baard). Wat maakt dit los in onze maatschappij? Niet alleen in Nederland maar ook in de hele wereld.

Dichotomie of binaire structuur.
Plaatjes die net werden laten zien laat zien dat wij in een land leven waarin een dichotomie bestaat tussen mannen of vrouwen. Je bent of man of vrouw. Dichotomie is: een tweedeling. Er is een tweedeling in onze samenleving je bent of vrouw of man, of Ken of Barbie. Dames en heren toiletten. Dames en heren kappers, enzovoort.

Filmpje Paul en Witteman..
Discussie over nature versus nurture. Ene kant: vanuit onze hormonen , andere kant : nee het komt door hoe onze samenleving in elkaar zit, beelden, wat mensen je leren, enzovoort
Gemeenschappelijk: gaan voor variatie, pleiten voor diversiteit, iedereen alles aanbieden.
Is het gek dat meisje in de richting van Barbie worden geduwd en andersom? Want er zijn veel mensen die niet bij deze ‘stereotypering’ passen.
In onze samenleving zijn ze hier niet zo duidelijk in, het gaat bij social work niet over verschil over nurture en naturre, maar wel over: hoe zit dit nu, bij deze groepering, hoe zit het bij deze persoon, hoe komen de beelden van mannen en vrouwen, verwachtingen enzovoort in uitdrukking in het leven van deze persoon? Welke rollen en patronen zijn er en hoe wordt er mee om gegaan?

Geef iedereen alle mogelijkheden.
Niet alleen roze en blauw, er zijn nog veel meer andere kleuren…
Mannen van mars en vrouwen van venus. Veel boeken over geschreven, over verschillende culturen. Het gaat om de uitdrukkingen van gender. Het is gebaseerd op biologie. Maar zelfs in de basis van biologie zijn er veel verschillen. Basis van gender: biologie en de nature.
Wat hierbij belangrijk is om te erkennen dat het niet gaan om het geslacht, het gaat er niet om dat je man of vrouw of transseksueel bent, het gaat erom : hoe wordt er in de samenleving tegen aan gekeken.  Gender is niet iets vaststaan, het is veranderlijk, cultureel en historisch bepaald. Cultureel: verschillen tussen culturen heen. Historisch: verschilt per tijdsperk.

Plaatjes à Bart Smit folder, jongetjes met hondjes en kappersspullen.
Toch vinden we dit raar, maar hoe komt dit nu.
Gender is cultureel bepaald. Hoe mannen zich kleden verschilt per cultuur.

In Nederland: mannen kunnen niet in een rok naar school, en vrouwen wel in een broek naar school.
Gender is dus heel cultureel bepaalt! In Israël moeten bijvoorbeeld allen vrouwen het leger in. Wij hebben bijvoorbeeld de ‘boyfriend’ jeans. En wij hebben het beeld van ‘de zakenvrouw’ in een net pak (met een broek i.p.v. een rok).
Subcultureel, verschillen ontkennen of overdrijven.
Gender is veranderlijk door jaren heen, historisch bepaald. Ideeën over mannen en vrouwen verschillen door de jaren heen (voorbeeld: tot 1920 mochten alleen mannen stemmen). En pas in 2013 werd door de SVP gedoogd dat een vrouw zich verkiesbaar stelde. Ruim 100 jaar overheen gegaan om dit gelijk te trekken en nog steeds zijn veel mannen het er niet mee eens.
Gender patronen worden doorgegeven in socialisatieproces. Er worden je bepaalde dingen aangeleerd wat je wel en niet mag doen en al het andere dat je misschien toch soms doen dat dat soms een beetje ‘gek’ is.
Door de wet verboden: beauty contest in Frankrijg: veel te vroeg een lust object maken van jonge kinderen (meisjes). Samenlevingen gaat hier ook anders mee om.

3 gender niveaus.
Symbolisch niveau: 
Mannelijke kostwinnaar: zorgt voor geld in het huishouden, brood, fulltime baan, zorgt alleen zondag voor het gezin, Barbie en Ken, enzovoort.
In veel verschillende landen, vrouwen worden op bepaalde momenten van hun helven als onrein gezien: ongesteld, zwanger, net bevallen à geen eten meer koken, geen seks meer hebben, niet in de buurt van familie, soms letterlijk opgesloten. Gebaseerd op biologie.
-          Onderzoek het symbolische binnen jouw doelgroep.
Vrouwen: make up wordt geaccepteerd, bij mannen niet.
Asielzoekers: hebben vaak blauwe nagellak, als ze naar Nederland willen dragen ze blauwe nagellak, naar Duitsland rode nagellak. Wat normaal symbool speelt voor vrouwelijkheid heeft hier een hele andere rol.

Structureel institutioneel niveau.
Welke regels zijn er om de dichotomie in stand te houden of juist tegen te gaan?
Onze wetgeving over homo zaken worden in andere landen heel anders toegepast à denk aan het homohuwelijk.
Dit niveau lijkt in NL goed geregeld te zijn, maar heel vaak zie je voorbeelden dat dit niet zo is.
Voorbeeld : contract niet verlangen i.v.m. zwangerschap of niet ontslaan i.v.m. zwangerschap.
Dit niveau zorgt ervoor dat sommige vrouwen in bepaalde landen geen auto mogen rijden enzovoort.
Hoe komt het dat er bijvoorbeeld veel meer ‘blijf van mijn lijf huizen’ voor vrouwen dan voor mannen zijn? Voor mannen is het juist lastiger om naar zoiets toe te stappen omdat hun ‘stoer’ moeten zijn.

Onderzoek het institutionele binnen jouw doelgroep (ouderen).
Social Work wordt gezien als een vrouwen opleiding.

Subjectief/individueel niveau.
Wat is typisch mannelijk en vrouwelijk en hoe houden wij ons aan deze beelden? Voorbeeld: mannen hebben kort haar en vrouwen hebben lang haar. Individuele keuzes: hou je je hieraan of juist niet?

Variatie ontdekken en analyseren.
Gender = ook verschillen onder mannen en vrouwen in plaats van alleen tussen mannen en vrouwen.

Aansluiting diversiteit cirkel: etniciteit, levensbeschouwing, klasse.
Gender = ook onderliggende processen, die juist uitgaan van gedeelde competenties.


Inter sectioneel, belangrijk bij gender à waar het een strijd wordt, daar gaat het verkeerd. He tis niet erg dat er verschillen zijn, maar het gaat verkeerd als er een strijd ontstaat een hirarchie, als de een zogenaamd beter is als de ander. Komt ook naar voren bij de medische wereld: hiërarchie en waardering. 

HC 16 Sociologie en diversiteit 1

Sociologie en Diversiteit.
HR 16 OLP 4.
2013-2014.

Macht is het vermogen om vorm te geven aan de eigen toekomst.
Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren.
Het vermogen om, als doelstellingen voor de toekomst gekozen zijn,  de middelen aan te wenden om ze te realiseren.
Het vermogen om voor de vastgestelde  doelstellingen de middelen te organiseren en om hiervoor anderen te beïnvloeden.

Groeperingen.
Een verzameling mensen die in meer of mindere mate te onderscheiden van een andere mensen.
Een groepering heeft relevantie voor het individu;
Identiteit, Geborgenheid, Veiligheid, Status.
Sociocentrisme, Sociale hierarchie.
Een groepering heeft relevantie voor de samenleving;
Socialisatie, Stabiliteit, Sociale controle.

Merton.
Een groep is een kleine sociale eenheid waarvan de leden regelmatig met elkaar interageren en die gekenmerkt wordt door gemeenschappelijke waarden en normen met op basis daarvan gevoelens van samenhorigheid.
Een collectiviteit is een grote tot zeer grote groepering waarvan de leden op basis van gemeenschappelijke waarden, normen en belangen een zeker samenhorigheidsgevoel kennen, maar waarin de leden geen directe interactie met de meeste andere leden hebben.
Een sociale categorie is een groepering zonder interactie en zonder gemeenschappelijke waarden, zonder interne structuur of samenhorigheidsgevoel.

Kenmerken van groeperingen.
Typering van een groepering gebeurt op basis van enkele kenmerken;
 -Het aantal leden
 -Samenstelling (o.a. hierarchie en homogeniteit)
 -Interactie, communicatie en intimiteit
 -In hoeverre zijn er gemeenschappelijke doeleinden
 -Saamhorigheidsgevoel (Onderscheid tussen wij en zij)
 -Duurzaamheid
 -Taken en contacten
 -Open- of geslotenheid
 -Aantrekkelijkheid
 -Charismatisch leider

Saamhorigheidsgevoel.
Ingroup (wij) Vs. Outgroup (zij).
Het belang van een groep (ingroup) om zich te onderscheiden is groot. Hiervoor zijn andere groeperingen (outgroup) uitermate geschikt.
Enerzijds versterkt dit het wij-gevoel van groep. Het gevoel ergens bij te horen is een prettige ervaring.
In de eigen culturele waarden en normen worden afspraken gemaakt die het eigen gedrag bevorderen en ander gedrag afkeuren.

Conflicten tussen groepen.
-Tegengestelde belangen (bijv. religieuze belangen)
-Strijd om schaarste middelen (bijv. ten aanzien van werk of inkomen)
-Self interest model
-Culturele verschillen (bijv. onze normen en waarden zijn leidend)
-Superioriteitsgevoelens (bijv. wij zijn het dominante/intelligente ras)
-Group position model à Blumer
-Machtsvraagstukken (bijv. wij bepalen wat hier gebeurt)
-Aanpassingsvraagstukken (bijv. conservatief of liberaal?)

Bordieu.
Bourdieu gaat er van uit dat culturele praktijken/kapitaal uitingen binnen groeperingen voornamelijk plaatsvinden om afstand / onderscheid te scheppen (distinctie) ten opzichte van wat doorsnee  is.
-Cultureel kapitaal:
Kennis, interesse, smaak , manieren enzovoort.
-Sociaal kapitaal:
Netwerk & connecties.
-Economisch kapitaal:

Financiële middelen, eigen zaak.


HR 15 Agogiek en diversiteit (Gerontagogiek 2)

HC 15 OLP4
Agogiek en Diversiteit-2:
gerontagogiek.

Indeling
De “rijpere”volwassene à “middle adulthood” (hfdst 9)
a. Fase van rijpheid à balans opmaken (40-55 jaar)
b. Fase van “tweede levensontwerp” (50-65 jaar)
De oudere volwassene à “late adulthood” (hfdst 10)
a. Vroege ouderdom (65-75 jaar)
b. Midden ouderdom (70-85 jaar)
c. Hoge ouderdom (85 jaar en verder…)

De oudere volwassene.
A. Vroege ouderdom  “jonge ouderen”(65-75 jaar)
Kernthema’s:
Pensionering ????
Grootouders à kleinkinderen
Verlies / rouw

B. Midden ouderdom  “oude ouderen” (70-85 jaar)
Kernthema’s:
Afhankelijkheid / beperkingen
Verlies partner / familieleden
Voldoening à aanvaarding versus wanhoop

C. Hoge ouderdom  “oudste ouderen” ( >85 jaar)
Toename lichamelijke en psychische achteruitgang
Selectief optimaliseren met compensatie (SOC)
Proces van benefit finding
Terminale daling

10 zijn je kinderjaren.
20 ga je aan het sparen.
30 ben je al getrouwd.
40 ben je hiervoor te oud.
50 komen de ongemakken.
60 ga je aan het zakken.
70 daalt het leven af.
80 sta je bij het graf.
90 kun je ook nog leven.
100 is aan God gegeven.

Gegevens over ouderen:

De oudste mens.
Hoeveel invloed op het bereiken van een hoge leeftijd is toe te schrijven aan levensstijl en hoeveel aan sterke genen? Jeanne-Louise Calment (1875-1997), de oudste mens ooit, werd 122 jaar oud en rookte nog tot vijf jaar voor haar dood, al was het naar verluidt maar twee sigaretten per dag. Zelf schreef ze haar goede gezondheid toe aan veel olijfolie, port en een kilo chocola per week. Zoals vaak bij extreem oude mensen, zat het in de familie. Haar moeder werd 86, haar vader 94 en haar oudere broer 97 jaar oud.

Lichaamsveranderingen: psychologische reacties.
Publieke lichaamsbewustzijn.
Private lichaamsbewustzijn.
Lichaamscompetentie.

Copingstrategieen.
-probleemgericht.
-emotiegerichte coping.
à Selectief optimaliseren met compensatie.

Ouders geven hun kinderen een kinderfiets. Waarom zouden kinderen hun bejaarde ouders geen rollator kunnen geven? Ze kunnen er nu al voor gaan sparen, want ouderdom is, anders dan ziekte, voorspelbaar.
Hans Hillen, voorzitter van het College voor Zorgverzekeringen in Buitenhof, 1 februari 2004.

Ziekten oudere.
Ouderen hebben vooral last van hoge bloeddruk (hart en vaten) en gewichtsslijtage (bewegingsstelsel). Hart en vaat aandoeningen en diabetes nemen toe.


Prognose belangrijkste ouderdomsgerelateerde ziekten en aandoeningen (van Oers, 2002).


Cognitieve veranderingen:
Vloeibare intelligentie (fluid intelligence).
7 – 12 – 8 – 14 – 11 – 18 - 16-  …. - …..
Gekristalliseerde intelligentie (crystallized intelligence).
Vanaf 50 jaar: lichte afname reactiesnelheid.
Vanaf 60 jaar: afname op meerdere onderdelen (niet verbale intelligentie).
Gekristalliseerde intelligentie : langer aanwezig!
Selectieve optimalisering met compensatie.

Sociale veranderingen:
Verlieservaringen dierbare  familieleden / vrienden (leeftijds)genoten.
Verhuizing kinderen.
Eenzaamheid (13 % > 65 jaar).
Sociale eenzaamheid: onvoldoende contacten.
Emotioneel eenzaam: weinig diepgang in contacten.

Gevolgen vergrijzing in de samenleving:
Andere bevolkingssamenstelling.
Verlenging  gemiddelde levensduur.
Toename van het aantal chronische ziekten.
Vraag naar aanvullende zorg zal toenemen.
Toename van het aantal ouderen met dementie.
Meer ouderen in het ziekenhuis.
Mantelzorg, sociale netwerk.

Perspectieven; een andere kijk op ouderdom.
De MAAS-studie Universiteit Maastricht: risicofactoren en beschermende factoren
RUST ROEST-model, activiteitsmodel.
Competentiemodel: uitgangspunt is de persoon en zijn situatie, kwaliteit van leven, autonomiemodel, vraaggestuurde zorg, client niet patient.
MULTIFACTORIEEL model “samenspel” tussen biologische, psychologische en sociale factoren.


HR 14 Economie: algemene economie 1

Hoorcollege 21 mei 2014.
Economie.
Algemene economie.

Economie:
* Economie bestudeert de schaarste als snijpunt van onze behoeften en de beschikbare (materiële) middelen.
Spanning tussen wensen en beschikbaarheid. Wij hebben een vraag (als we geld uitgeven willen we dat deze zaken het ook goed doen), maar dat wil je ook bij zaken die je tot je neemt (eten en leefomgeving).  Economie is niet alleen materieel maar ook immaterieel: welzijn. Hoe gaan wij om met reclame, media. Niet zozeer een geld wetenschap maar dit hebben wij er zelf van gemaakt.
* Begrippen welvaart en welzijn.
Veel van ons komen in de zorg terecht. Welvaart: meteriele welvaart à je hebt alles wat je wilt. Welzijn is minder grijpbaar als welvaart. Welzijn is lastig te definiëren. Wat ga je verbeteren aan het welzijn van de mensen? Is dit meetbaar? Economie wilt altijd alles meten. Welzijn en zorg zijn moeilijke en abstracte begrippen. Wat voor de een welzijn is is voor de andere geen welzijn.
* Economie draait niet alleen om geld maar ook om zaken als natuurbehoud, leefniveau en duurzaamheid.
Economie gaat steeds meer over welzijn van de mensen, dieren en natuur. Voorbeeld: wij accepteren het niet langer dat kinderen goedkoop zijn omdat ze zijn gemaakt door kinderen (kinderarbeid).

Consumptie (wat willen wij?) en wat kunnen wij ons veroorloven?). Consumptie, ruim opvatten. En productie: je voegt iets toe wat er eerst nog niet was. Dit kun je ook meten. Je zult bijvoorbeeld een aantal uren doorbrengen met bijvoorbeeld jongeren die in de problemen zitten.

Kapitaalgoederen: dat gene dat je nodig hebt bij je werk (voertuigen, machines) Bij Social Work is dit anders: digitale middelen, rustige werkomgeving, vervoeren, enzovoort. Alle instrumenten die je later nodig hebt om je werk goed te kunnen doen.

De markt (plek waar vraag en aanbod elkaar treffen) en de marktwerking (verloopt het vraag en aanbod goed?).

Goederen (tastbare zaken, als Social Worker zal je niet veel goederen produceren) en diensten (wij zullen over het algemeen diensten aanbieden).

Klassieke economie zegt: (heeft te maken met de overheid, regering) Liberalisme heeft het mee te maken, eigenlijk moet de overheid zich zo weinig mogelijk bemoeien met de economie. Overheid bemoei je er niet mee, laat de markt zijn werk doen, deze red zich wel. Regelt het zelf wel. Stel vraag en aanbod is niet goed verdeeld: klassieke economie zegt dat, mensen zullen gaan klagen à gemeente inschakelen voor helpende hand aan te bieden. Verder zelf doen: zorg er zelf voor dat vraag en aanbod elkaar goed aanvullen.

Prijsmechanisme: regelt de spanning tussen het vraag en aanbod.

Collectieve sector: alle diensten en goederen die worden aangeboden door de overheid.

Micro- meso (gemeente)- macro (groot, bijvoorbeeld het land): voorbeeld WMO komt (is macro deze beslissing) , dit wordt naar gemeente gebracht hun moeten dat regelen (dit is meso) maar de particulieren instellingen moeten dit doen à dan wordt het op micro niveau gebracht. Niveaus zitten niet vast.

Merit en demerit goederen: merit: overheid vind het nuttig dat wij deze gebruiken (voorbeeld: boeken). Demerit: alcohol, drugs, tabak, enzovoort.

Indexcijfers: vergelijking tussen de prijs van iets in het ene jaar en het andere jaar. Indexcijfers geven de ontwikkeling in de prijzen weer.

Elasticiteit: in hoeverre is de prijs van invloed op het gedrag van consumenten om iets wel of niet aan te schaffen.

Stabiliserings functie: zorgt er voor dat er geen grote verschillen tussen welvaart, vraag en aanbod, inkomsten, enzovoort.

Belastingen (boxensysteem): daarmee regelt de overheid bijvoorbeeld Social Workers, hulpverleners, enzovoort. Belasting is een middel voor de overheid om de zorg voorzieningen te betalen. Belasting kunnen ook geheven worden op producten (alcohol, tabak, benzine, enzovoort). Instrument voor de overheid.

Allocatiefunctie: overheid zorgt voor voorzieningen. Allocatie: voorzieningen.

Verdelingsfunctie: veel mee rop individuele niveau. Gelijkmatige verdeling. Verdelings: geld dat we te besteden hebben.

Structuur: langdurige hardnekkige zaken die goed of niet kunnen gaan (vb: structurele werkeloosheid) Betekend dat het over een langere periode blijft, en geen makkelijke snelle oplossingen à er is dus grondig iets mis.

Conjunctuur: up en downs à tijdelijk geen werk in maatschappelijk werk,  dadelijk gaan veel mensen met pensioenà dan wel weer plaats. Wat nu niet goed is kan na een tijd wel weer goed zijn.

Begroting als sturingsinstrument voor economische beleidsdoeleinden.

Inflatie: is op dit moment laag, gesproken van deflatie. Weinig vraag naar geld, weinig mensen met een eigen bedrijf. Inflatie heeft ook te maken met de wetten die hieraan vast zitten (hypotheek).

HR 13 Culturele antropologie en diversiteit 3

HR 12 Agogiek en diversiteit (Andragogiek 1)

HC 12: agogiek en diversiteit 1.
20-05-2014.
Andragogiek: volwassenheid.
Wanneer ben je volwassen?

Volwassenheid als levensfase.
Idiosyncratische ontwikkeling: in de ontwikkeling van volwassenheid zijn bij iedereen wel overeenkomsten, maar individuele kenmerken zijn vaak groter dan de overeenkomsten. Tijdens het doorlopen van de ontwikkelingsfase worden deze vergroot.
Biologische invalshoek.
Juridische invalshoek. Wet kijkt of jij handelingsbekwaam bent, kun jij de gevolgen van je gedrag ..
Psychologische invalshoek. Volwassen als je een bepaalde identiteit hebt ontwikkeld. Individu met een eigenheid. Individu is in staat om eigen keuzes te maken, vaak los geworsteld van zijn eigen opvoedingsmilieu. Eigen keuzes maken, of je ouders het hier wel of niet mee eens zijn.
Sociologische invalshoek. Sociale economische invalshoek. Bent volwassen als je in de kern helemaal voor jezelf kunt zorgen . Eigen inkomen, sterker nog ook zelfs een bijdrage kunt leveren aan de gemeenschap. Geeft gedragsbeelden weer van volwassenheid. Voorbeeld: joh, gedraag je eens volwassen wordt er wel eens gezegd.
Verschillende invalshoeken om te kijken naar het begrip volwassenheid.

1.Fasen benadering.
Volwassenheid, Andriessen/ Marcoen.
Jong-volwassenheid (20 tot 35 jaar).
Midden-volwassenheid (30 tot 55 jaar).
Laat-volwassenheid (50 tot 65 jaar) à ‘laat-volwassenheid’.

Jong-volwassenheid.
Fase van het aankomen (20 tot 25 jaar). Aankomen in deze wereld.
Kernkeuzes voorbereiden:
Relaties, samenwonen.
Maatschappelijk identiteit: werk/opleiding.
Keuzes die je nu maakt hebben een enorme impact in je leven. Denk bijvoorbeeld aan je keuze voor je opleiding! Je kunt dan nog wel eens switchen, maar dit kan je niet blijven doen! Ben bezig met de consequenties van je keuzes en/of gedrag.

Fase van de ‘aansluiting’ (25 tot 30 jaar).
Kernkeuzes maken/ordenen.
Partnerkeuze à kinderen?
Man-vrouwrollen à wonen.
Sociaal netwerk à levensvisie/politiek.

Midden volwassenheid.
Fase van ‘rijping/settelen’ (30 tot 40 jaar).
Kernkeuzes verwezenlijken:
Droom wordt werkelijkheid.
Serieus worden.
Mondigheid.
Plaats in de samenleving.
Presentatiegericht: materialisme.
Status en erkenning.

Fase van de midlifecrisis/levenswending (35 tot 50 jaar).
Kernthema’s: relativering, lusteloosheid, onvervulde verlangens, huwelijksrelatie? Nieuwe relatie?

Fase van rijpheid à balans opmaken (45 tot 55 jaar).
Kernthema’s:
Zware verantwoording: overgang: klachten.
Tweede levenshelft: topprestaties carrière.
Lege nest syndroom: opmaken balans: synthese.

Climacterium (overgang).
Vrouwen: vrouwelijke hormoonproductie neemt af. Uitblijven menstruatie: memopauze genetische factor en wordt beïnvloed op bijvoorbeeld overgewicht, leef gedrag (roken), veelal biologische en psychologische klachten.
Feministische model. Kom op! Niks ervan, die vrouwen in de overgang moeten zich verenigen en positie behouden.
Bio psycho- socio-culturele model. Je moet vrouwen niet alleen lichamelijk benaderen, maar vanuit de hele context.
Biomedische model: ziekenhuizen wordt de overgang alleen als biologisch gezien, de klachten. Overgang heeft ook psycho sociaal culturele overgangen..

Mannen: climacterium virile.
Penopauze: psychosociale effecten: spanningen op het werk, relatieproblemen, afgedankt, nieuwe generatie.
Andropauze: daling testosteronniveau, daling libido: afwijking (soms veroorzaakt door diabetes).

De levenswende (dominantiewissel).
Crisis in de levensloop.
Erikson en de faseconflicten.
Diverse onderzoekers en de midlifecrisis.

De middelbare levensfase: de oriëntatie wijzigt.
Van extravert naar intravert?
Handhaven en overdracht (van ervaringen en wijsheid aan de nieuwe generatie)?
Van werk naar eigen leven? Vrije tijd en gezin wordt belangrijker.
Van materiële naar immateriële rijkdom.

Laat volwassenheid: overgang volwassenheid à vroege ouderdom.
Fase van ‘tweede levensontwerp (50 tot 65 jaar).
Kernthema’s:
Lege nest syndroom.
Verjongingsimpulsen.
Nieuwe hobby’s (tuinieren), werk wordt minder belangrijk.
Dominantie wissel.
Verhuizing.
Lichamelijke en psychische regressieverschijnselen.

TOETSVRAAG:
Benefit findings: waardevol zijn voor de nieuwe generatie. Nieuwe generatie komt advies aan jou vragen, jij hebt veel wijsheid en ervaring. Volwassenen kan een goede steun zijn voor de jong volwassenen.
Gerotranscendentie: wereld blijft nog altijd draaien als jij zelf dood bent. Geeft een relativerende kijk op het leven. De wereld draait niet alleen om jou, jij bent een onderdeel van de levenscyclus.

Van dualistisch naar relativistisch denken: het is niet zwart wit, als je in een slechte situatie zit dan komt er wel weer een goede situatie. Je ziet veel meer mogelijkheden om uit slechte situaties te komen. Beter incasseren door opgedane ervaring.

Geneerativiteit: je wilt dat de nieuwe generatie jou wijsheid overneemt als een soort erfenis. Ouderlijke: overdragen naar je kind van ouders.
Biologisch: als je zelf sterft en je hebt kinderen dan heb je toch nog iets nagelaten, wat betreft dna.
Arbeids: kennis opgedaan op je werk geeft je uit aan je junior collega à ook een soort erfenis.
Culturele en maatschappelijke: je inzet voor mindere doelgroepen. Niet ten behoeve voor jezelf maar voor anderen.

Kernconflicten in de volwassenheid. Erikson.
Ga je niet goed door deze fasen heen dan leid dit tot isolement, bitterheid, enzovoort.
NIET COMPLEET.

2. Life-events. Levensgebeurtenissen en het aanpassingsvermogen à personalistische benadering.
Individuele levensloop.
Gebeurtenissen die een beroep doen op het aanpassingsvermogen van mensen.

Dimensies:
Objectieve gebeurtenis – subjectieve beleving.
Normatief (gangbaar) dood van je ouders à niet normatief: niet gangbaar, dood van je kind.
Negatief – positief: stoornis (niet met een life event om kunnen gaan)– groeibevorderend (door een life event er sterker uitkomen).
Markeringspunt ( afbakening van een periode-proces, binnen levenscyclus. Voorbeeld : voor en na de oorlog.

3. De sociologische benadering à generalistische benadering.
Het maaktschappelijk verwachtingspatroon. Bepaalt de inrichting van het eigen leven.
NIET COMPLEET…

Fasen en opgaven in gezinsgeschiedenis.
Gezin zonder kinderen.
Met opgroeiende kinderen.
Met grote kinderen en met de zorg voor eigen ouders.
Zonder kinderen verder: lege nest.
Grootouder.

Fasen en opgaven in de werkgeschiedenis.
Volwassenen met een gezins en werk situatie: geconfronteerd worden met flexibel zijn en blijven, juist die flexibiliteit draagt ertoe bij dat je het verouderingsproces weet af te hebben: langer jong blijven.

Complete liefdes relatie: intimiteit, passie, inzet.
Recente thema’s anno 2014.
Ontgroening en vergrijzing, de babyboom gaat met pensioen (??) à krimp.
De sociale klok en de biologische klok.
Verantwoordelijkheid en prestatiedruk.
Sociaal-economische onzekerheden.
Toename diversiteit aan relatioevormen.

Globalis…. NIET COMPLEET.