Draaiboek manifestatie



Dagprogramma Manifestatie

Wanneer
Wie
Wat
Waar
Waarmee
Hoe
9:00 - 10:00
Allen
Opbouw van de kraam
In de sporthal
Tafels en overige zelfgemaakte versieringen

Door met zijn alle samen te werken en iedereen haar bijdrage levert
10:00 – 14:00
kim
Beeldvorming kaartjes
In de sporthal.
Kaartjes
Door bezoekers hun beeldvorming te laten opschrijven en dit te bespreken.
10:00 – 14:00
Judith
Quiz spel in de vorm van diversiteit

In de sporthal.
Diversiteits-
cirkel, ABC bordjes en vragen
Door de bezoekers vragen te laten beantwoorden.
10:00 – 14:00
Angelica /Elize
Monoloog
In de sporthal.
1 stoel voor ‘oudere’ en 2 stoelen voor bezoekers
A of E zit op een stoel en de (minimaal 2) bezoekers luisteren.
10:00 – 14:00
Angelica /Elize
Aanpassings-opdracht
In de sporthal.
Bril, koptelefoon, rugzak met inhoud, krant en stoel
Per bezoeker één voorwerp en deze voert een opdracht uit.
14:00 - 15:00
Allen
Afbouw kraam en beoordeling
In de sporthal.
De tafels en attributen opruimen en de gymzaal netjes achterlaten.
Er worden taken verdeeld en er wordt overlegd.




































Hieronder zullen we omschrijven hoe het beoordelingsmoment specifiek eruit gaat zien en zal het minuut voor minuut uitgewerkt worden. Niet alleen het beoordelingsmoment zal er zo uitzien maar de gehele dag wordt er vanuit deze structuur/planning gewerkt.
Het moment van de beoordeling zal plaats vinden tussen  12.45 en 13.15:

12.45-12.50: Kim neemt de beoordelaars in ontvangst en zal hun gaan vertellen wat de bedoeling is van de eerste activiteit de beeldvormingkaartjes. Kim zal de beoordelaars een kaartje overhandigen en zal vragen ‘’ Wat komt in u op als u aan ouderen van 65+ denkt?’’
a Lief
b Wijs
c Zeurpieten
d Hulpbehoeven
Ze vraagt aan de bezoekers of zij hun antwoord willen invullen op hun kaartje. Als zij dit gedaan hebben gaat Kim hierover in gesprek met hun en stelt vragen zoals ‘’waarom heeft u voor dit antwoord gekozen’’. De bezoekers zullen op deze vraag antwoordden waarna Kim zal benoemen hoe de maatschappij over ouderen van 65+ denkt.
Wist u dat de maatschappij :
‘’Ouderen die zich uit het arbeidsproces hebben teruggetrokken zijn niet meer in tel in een maatschappij waar arbeid in hoog aanzien staat. Van ouderen wordt verwacht dat zij geen zinvolle bijdrage meer leveren aan de samenleving. Ouderen krijgen de rol toebedeeld van rusten, zich terugtrekken en inactiviteit’’.
‘’In een ander beeld spelen begrippen als onbekwaamheid, geestelijke aftakeling, tot niet veel meer in staat zijn en het missen van capaciteiten mee. De rol die ouderen in dit beeld toebedeeld krijgen is de rol van passiviteit en het opvolgen van leefregels die anderen voor hen hebben opgesteld. Het gevaar van betutteling is niet denkbeeldig’’.
‘’Het derde beeld is dat veel ouderen lichamelijk en/of geestelijk invalide zijn en dus hulpbehoevend’’.
Door dit te benoemen creëren we hopelijk een eyeopener.

Door dit middel in te zetten willen we ze bewust maken van hun eigen eventuele vooroordelen/beeldvorming over deze groepering.
Kim benoemt dat we aan het einde van activiteiten nogmaals terug komt op deze kaartjes.
12.50-12.55: Judith neemt het vervolgens over van Kim en loopt met de beoordelaars richting de diversiteitcirkel. Judith legt uit dat een bij iedere dimensie van de diversiteitcirkel een vraag hoort. Ze vraagt aan de beoordelaars voor welke kleur ze willen kiezen en elke kleur staat voor een vraag. De beoordelaars krijgen 3 bordjes met daarop de antwoordden A, B of C, hiermee zullen ze de vragen moeten beantwoorden. Vervolgens zal ze bij de uitgekozen kleur de daarbij horende vraag stellen.
Het gaat om de volgende vragen :

Sekse/gender:

Zijn er meer mannen of vrouwen van 65+ ?
a. meer mannen 1359.000
b. meer vrouwen : 1647.000 = goed
c. gelijk aantal

Religie/levensbeschouwing
hoeveel procent van de ouderen gelooft in god?
a. 20-40%
b. 40-60%: 43% van de 68 plussers
c.60-80%

Etniciteit

hoeveel autochtonen zijn er in Nederland?
a. 1 op 3
b. 1 op 5
c. 1 op 10

Seksuele orientatie:
Werd er vroeger rond 1950 openlijk over seksualiteit gepraat?
a. ja dit werd op school gedaan
b. dit werd in sommige gevallen in het gezin gedaan
c. nee, dat was een taboe

Levensfase/generatie :
Hoeveel vormen van ouderdom zijn er?
a. 1
b. 2
c. 3

Klasse:
Hoeveel ouderen leven onder de armoedsgrens?
a. 50.000
b. 87.000 : namelijk 3,2 %
c 120.000

Professionele socialisatie
:
Waren er vroeger meer mannen of vrouwen hoog opgeleid?
a. meer vrouwen
b. meer mannen
c. ongeveer gelijk
Talent/handicap :
Wat is de meest voorkomende aandoening bij ouderen?
a. gezichtsstoornissen
b. beroerte
c. Coronaire hartziekten

Judith zal vragen waarom ze voor welk antwoord gekozen hebben en zal uiteindelijk het goede antwoord benoemen en daarbij vragen ‘’ had u dit verwacht’’? Daarna zal Judith benoemen dat ouderen heel divers zijn en om dit te beargumenteren zal ze de diversiteitcirkel open klappen. Hier staan de uitkomsten van onze eigen interviews van taaktoets 1 beschreven. Hiermee laat je de beoordelaars zien dat de oudere niet bestaat maar er verschillen zijn per individu.
12.55- 13.00: Elize zal de beoordelaars meenemen naar het ‘’ grote oude boek: 65 plussers weten raad’’ . Ze zal benoemen dat ouderen hun wijsheid over kunnen en willen dragen aan andere generaties. Dit is tevens ook een kracht van de ouderen die wij graag willen overbrengen. Elize zal drie maal een wijze raad voorlezen. Waarna ze aan de beoordelaars vraagt ‘’ wist u dat u het op deze manier kon oplossen? Of was u al bekend met deze raad?’’. Ze geeft de bezoekers de mogelijkheid om de rest van de raadjes zelfstandig te laten lezen. Als laatste zal ze vragen wat voor hun individueel een wijze raad was?
13.00-13.03: Elize stuurt de beoordelaars richting het afgeschermde deel van de kraam waar het monoloog plaats zal vinden.  Elize benoemd ook dat de beoordelaars alleen maar hoeven te luisteren naar het verhaal wat Angelica verteld. De beoordelaars kunnen gaan zitten op de stoelen tegenover Angelica die ook op een stoel zit. Angelica speelt deze monoloog en zal de rol van een oudere op zich nemen. Zij zal zich inleven in de rol en de volgende tekst na vertellen vanuit de ogen van een oudere: Wat fijn dat je even bij me komt zitten.. je zult wel denken: wat zit hier nu voor een oudje? Ik ben wel 75 jaar maar woon nog steeds zelfstandig en doe bijna alles zelf nog. Zoals je ziet beginnen mijn haren goed grijs te worden, he? Achja wat kan je erover zeggen? Heel eerlijk, zo erg vind ik het helemaal niet... als je ouder wordt komt dat er gewoon bij kijken, net zoals mijn rimpels.. maar ondanks dat ben ik tevreden met hoe ik eruit zie. Er zijn wel ergere dingen om je zorgen over te maken dan een paar rimpels en wat grijze haren.... Als ik bijvoorbeeld kijk naar mijn kleindochter, een schat van een mens… Maar die staat uren voor de spiegel, zo onzeker over haar uiterlijk. Ze vindt zichzelf dik terwijl ze een prachtig figuur heeft. Dan denk ik wel eens: Kind hou toch van jezelf, je bent mooi zoals je bent! Dit heb ik haar al een aantal keer gezegd maar daar luistert ze toch niet naar, het zal wel bij de leeftijd horen... Vroeger had ik die onzekerheden ook veel erger dan nu, mijn zelfverzekerdheid is in de loop der jaren gegroeid...Gelukkig maak ik me daar geen zorgen meer over ... Ik ben niet meer de jongste, maar ben blij dat wel kan genieten van de kleine dingen.. mijn kleinzoon Stefan, dat is toch een lieverdje! Laatst had hij een tekening gemaakt “voor de liefste oma”, mij bedoelt hij daar mee! Daar kan ik nu echt van smelten en uren naar kijken, wat kan ik daar van genieten!
Ik maak me geen zorgen meer want wat ik geleerd heb is dat uiteindelijk alles altijd goed komt. 
Wie had er gedacht dat ik op deze leeftijd nog steeds zelfstandig zou wonen, volgens mij niet veel mensen... Maar dat is mogelijk doordat die jongens een tijd geleden een aantal dingen verbouwd en aangepast hebben in het huis, wat een kanjers zijn dat geweest! Door die verbouwing kan ik ondanks mijn rug slijtage gewoon zelfstandig blijven wonen, dat is toch geweldig! Wel heb ik een huishoudelijke hulp die 2 keer in de week het huis komt schoonmaken en me helpt met grote boodschappen, dit lukt niet meer door mijn rug... Maar kleine boodschappen die doe ik nog steeds zelf, ik laat me niet hangen maar probeer er het beste van te maken!

13.03-13.08: Kim en Judith zullen de beoordelaars meenemen naar de laatste activiteit het aanpassingsspel. Kim legt aan de beoordelaars uit wat de bedoeling van het spel is. Kim zal het volgende benoemen richting de beoordelaars: ‘’ Het is een feit dat lichamelijke functies op latere leeftijd minder worden, zo kunnen ze minder goed zien, worden de gewrichten stijver en kunnen ze minder goed horen. Veel ouderen leren hier echter mee omgaan. Door de bezoekers dit te laten ervaren en ze daarna te vertellen dat dit voor ouderen alledaagse dingen zijn, hopen we ze bewust te maken van dit feit. De kracht van de oudere is dus dat ze zich kunnen aanpassen.’’
 Het spel kan verdeeld worden in 3 onderdelen:
Onderdeel 1 slecht zien: de beoordelaar krijgt een bril met dikke glazen op zodat het zicht verminderd. Vervolgens laten we beoordelaar een krant lezen.
Onderdeel 2slecht horen: de beoordelaar krijgt een koptelefoon op en dan laten we de beoordelaar met ons in gesprek gaan. De volgende vragen worden gesteld: versta je het? Hoe is dit voor jou? Wat als je hier iedere dag mee moest leven?
Onderdeel 3 last van rug: de beoordelaar krijgt een zware rugtas om, om de illusie te wekken dat je last van je rug hebt en dus niet 100 % mee kunt doen. Dan laten we de bezoeker een stoel tillen, tot boven het hoofd. Daarna vragen we weer hoe het voor de bezoeker was en hoe hij het zou vinden als hij hier iedere dag, continu mee te maken had.
Judith zal de spellen met de beoordelaars uitvoeren en hun hierin indien nodig ondersteunen. Ze zal als het spel gedaan is het volgende benoemen: ‘’ En als allerlaatste en bij iedere optie (slecht horen, slecht zien of last van de rug) vertellen we dat ouderen hier iedere dag mee te maken hebben. Hoe knap is het dat zij hiermee leren omgaan? We zouden er respect voor moeten hebben, want makkelijk is het niet.’’
13.08-13.10 : Kim komt nogmaals terug op de kaartjes die aan het begin van hun bezoek aan ons kraampje  ingevuld zijn geworden. Waarbij zij het volgende zal vragen: ‘’ is jullie beeldvorming bijgesteld ten aanzien van het begin van het bezoek of zijn jullie nieuwe informatie te weten gekomen over de groepering?’’
De beoordelaars zullen deze vraag beantwoorden en krijgen een nieuw kaartje met daarop de volgende twee vragen. Er kunnen meerdere antwoordden ingevuld worden.
“Vraag 1: Wij hebben geprobeerd 3 krachten van ouderen in beeld te brengen. Welke heeft u ervaren?
a Aanpassingsvermogen
b Zelfvertrouwen
c Wijsheid (en het willen overbrengen)”

“Vraag 2: Welke kracht was het minst voor de hand liggend?
a Aanpassingsvermogen
b Zelfvertrouwen
c Wijsheid”

Deze kaartjes zullen wij daarna ophangen aan de 65 plussers muur. Deze muur is bedoeld om positieve krachten van de doelgroep naar boven te brengen.

13.10-13.15 : in deze 5 minuten zullen wij allemaal onze theorie onderbouwen en beargumenteren waarom we welke keuzes gemaakt hebben. Om welke theorieën het gaat staat uitgewerkt binnen de verantwoording. We zetten het blog open, zodat de beoordelaars dit kunnen bekijken.


Doelen en krachten  

Hoofddoel.
Aan het einde van het bezoek aan onze marktkraam hebben de bezoekers een beter beeld van de mogelijke krachten van de groepering ‘ouderen’.

Specifiek: door verschillende middelen in te zetten met o.a. een quiz, een monoloog, een ervaringsactiviteit zullen wij de bezoekers een beter beeld geven van de mogelijke krachten van de groepering ‘ouderen’.
Meetbaar: in het begin van het bezoek laten wij de bezoekers opschrijven wat hun eerste gedachten is als zij aan ouderen denken. Aan het eind van het bezoek (als alle activiteiten zijn uitgevoerd) laten wij de bezoekers overnieuw hun (vernieuwde) beeld van ouderen opschrijven.
Acceptabel: dit doel is acceptabel omdat het een criteria is vanuit de module.
Realistisch: dit doel is realistisch, wij zijn in staat om denkpatronen te doorbreken door de bezoekers nieuwe informatie te bieden en een eyeopener te laten ervaren. In ons eigen contact met de groepering hebben wij dit ook zo mogen ervaren.
Tijdsgebonden: aan het eind van het bezoek van onze marktkraam hebben de bezoekers een beter beeld van de mogelijke krachten van de groepering ‘ouderen’.

Kracht 1:
Door de hogere leeftijd die ouderen hebben is het zo dat ze beschikken over meer kennis en levenservaringen. Deze levenservaringen en kennis kunnen (en willen) ze delen met anderen: de maatschappij heeft iets aan de bovenstaande kracht van onze doelgroep ‘ouderen’.

Subdoel 1:
Aan het eind van het bezoek hebben de bezoekers ervaren dat ze nog genoeg kunnen leren van 65+’ers door middel van een monoloog en 65-plussers weten raad’.

Specifiek: door ’65-plussers weten raad’ en een monoloog als activiteit aan te bieden aan de bezoekers bij onze marktkraam, zullen wij ze laten ervaren dat ze nog genoeg kunnen leren van 65+’ers.
Meetbaar: in het begin van het bezoek laten wij de bezoekers opschrijven wat hun eerste gedachten is als zij aan ouderen denken. Aan het eind van het bezoek (als alle activiteiten zijn uitgevoerd) laten wij de bezoekers overnieuw hun (vernieuwde) beeld van ouderen opschrijven.
Acceptabel: een van onze krachten is dat ouderen over het algemeen wijzer zijn omdat ze door hun leeftijd beschikken over veel levenservaringen. Ons hoofddoel is om de mogelijke krachten van ouderen in beeld te krijgen, dit doel is een manier om het hoofddoel te bereiken.
Realistisch: wij weten dat dit een realistisch doel is omdat wij uit eigen ervaring (interviews, meeloop dag) kunnen concluderen dat wij nog genoeg konden leren van ouderen. 22
Tijdgebonden: aan het eind van het bezoek hebben de bezoekers ervaren dat ze nog genoeg kunnen leren van 65+’ers.

De 65+’er zal aan de bezoekers laten zien dat zij bereid is om haar levenservaringen te delen à betekenisvolle situaties naar voren brengen in de monoloog. Ze zal haar normen, waarden en standpunten naar voren laten komen in de monoloog, ze zal haar kennis delen met de bezoekers.

Theoretische onderbouwing.
Ouderen zijn bereid hun kennis te delen met de jongere generaties, hier heeft de samenleving profijt van.Op de website http://www.vooroma.nl/tipsentrucs/huishoudtips.htm vindt u een heleboel tips en trucjes van ouderen voor de jongere generaties, bijvoorbeeld: tips voor het schoonmaken, het afvallen, de lichamelijke verzorging, enzovoort. In het boek ‘De grijze aap’ (Sikkel, 2010) wordt verteld dat ouderen minstens zo wijs zijn als jongere volwassenen in het omgaan met levensvraagstukken, moeilijke en pijnlijke sociale situaties.
Citaat: ‘Hoe dan ook hebben ouderen de beschikking over ervaring uit een tijd waarin de jongeren nog niet geboren waren, en hun geheugen is zo gestructureerd dat ze deze ervaring op een optimale en niet al te sentimentele manier kunnen inzetten’. (Sikkel, 2010)
In een column verteld Drs. M.JT Martens onder andere over dat in onze samenleving de waardering voor mensen in hoge mate is gekoppeld aan de mate waarin zij productief zijn. Mensen zonder baan ervaren dat zij minder mee tellen, ook ouderen vallen binnen deze categorie. Als voor een groeiend aantal mensen de huidige idealen niet meer haalbaar zijn, moeten we leren leven met onvolkomenheden en beperkingen. We zullen vanuit een andere invalshoek naar de situatie moeten kijken en krachten ontdekken.
Citaat: ‘Als er in onze samenleving een toenemend aantal ouderen is, stelt dat de vraag naar de waarde van het verleden en van levenservaring. Levenservaring heeft een waarde dwars door alle culturen en tijden heen’.
Citaat: ‘Het is het hoopvol dat de huidige generatie ouderen vitaal en zelfbewust is en van zich laat horen’. (Martens, no date).

vanuit de theorie over de ontwikkelingsfase ouderdom wordt er beschreven dat ouderen een kerntaak krijgen genariviteit verzus stagnatie. Genarviteit betekend dat ze hun levenservaring en kennis willen over brengen naar andere en stagnatie is het tegenover gestelde namelijk er niet voor open staan. 


Kracht 2.
65 plussers zijn zelfverzekerd over hun uiterlijk en zijn tevreden over wie ze zijn.

Subdoel 2 :  
Aan het einde van de manifestatie hebben wij de bezoekers laten ervaren dat ouderen tevreden zijn over hun uiterlijk en zelfvertrouwen hebben d.m.v. onderzoeks feiten en door een monoloog uit te voeren.

Theoretische onderbouwing.
Een onlangs gehouden onderzoek door L’Oreal wijst uit dat 65-plussers het lekkerst in hun vel zitten en zich goed voelen over wie ze zijn, wat ze doen en hoe ze eruit zien.

Uit het onderzoek onder tweeduizend volwassenen komt naar voren dat ruim acht op de tien mensen van 65 en ouder tevreden is met hun uiterlijk. Bij mensen tussen de 16 en 24 en tussen de 45 en 54 jaar zijn dat er zes op de tien.
De meeste mensen geven aan zich jonger voor te doen en te voelen dan dat ze werkelijk zijn. 34 procent voelt zich zelfs tien jaar jonger(‘’sexy in your sixties?’’, 2014) 

Vanuit onze interviews is er ook meerdere malen naar voren gekomen dat zij tevreden zijn over hun uiterlijk en ze zich prettig voelen tot de leeftijdscategorie waartoe ze behoren.
Daarnaast hebben zij aangegeven dat ze zich minder zorgen maken over kleine dingen(persoonlijke communicatie, n.d).
Dit valt ook onder de nieuwe mogelijkheden die vanuit deze ontwikkelingsfase gesteld worden namelijk van dualistisch naar het relativistisch denken. Ouderen denken niet meer zo zwart/wit, zij maken zich minder zorgen over kleine dingen en weten dat het uiteindelijk beter wordt(Craynest,2013).

Kracht 3.
Ondanks fysieke/mentale achteruitgang, weten 65 plussers zich aan te passen en hiermee om te gaan. Zij kunnen door deze achteruitgang in eventuele nieuwe situaties terecht komen.

Subdoel 3:
Aan het eind van de manifestatie hebben de bezoekers ervaren hoe het is om te leven met verminderde lichamelijke functies en de gevolgen hiervan. Om ze er zo bewust van te maken hoe krachtig 65+’ers zijn.

We willen de bezoekers confronteren met beperkingen, afhankelijkheid, een nieuwe leefomgeving, enzovoort. Hoe doen we dit, voorbeeld: rugtas met stenen.

Theoretische onderbouwing
Uit onderzoek is gebleken dat vormen van participatie ten behoeve van zelfontplooiing/eigen welzijn (zoals informele hulp en vrijwilligerswerk) niet afhankelijk van de aanwezigheid van ziekten. Dus: Het feit dat mensen een ziekte hebben, heeft geen invloed op hun zelfontplooiing. (pg 23 van bron hier onder). Men ziet een toename van aandoeningen bij 65 plussers, echter gaan deze niet samen met de toename van beperkingen. Mensen worden blijkbaar steeds beter in beperkingen terug dringen en er oplossingen voor vinden. (Hoeymans et al., 2005) Een gevolg hiervan is dat we zien dat het globale aantal 65 plussers dat in een instelling verblijft, daalt. Van zo’n 11 procent tot nauwelijks 5 procent in 2010. (CBS)

Uit onze interviews is tevens gebleken dat ouderen zich goed kunnen aanpassen aan verschillende situaties ondanks hun verminderde lichamelijke functies. In onze interviews hebben sommige ouderen dit zelf als kracht benoemd.
Ouderen krijgen daarnaast vaak te maken met verschillende beperkingen zoals hartziektes, gezichts stoornisen, beroertes , slijtage in de botten en eventuele dimensie/reuma/hernia. 

Daarnaast kan het geheugen verminderen. 

Subdoel 4 :
Aan het einde van de manifestatie zijn de bezoekers geprikkeld door zoveel mogelijk zintuigen.

Hoe gaan wij dit doen?
Visueel:
- de bezoekers zullen de marktkraam zien die op een creatieve manier is vorm gegeven.
- de bezoekers kunnen een kijkje nemen bij het gespeelde monoloog. Hier voert een student een monoloog op, waarbij de bezoekers het uiterlijk, de houding en de manieren kunnen observeren.
Auditief:
- de bezoekers zullen naar het monoloog luisteren
- de bezoekers zullen naar de studenten luisteren
Kinetisch:
- de bezoekers mogen omstebeurt deelnemen aan het monoloog, waardoor het
- de bezoekers mogen ervaren hoe het is om een bepaalde activiteit uit te voeren met een opgelegde beperking
- de bezoekers gaan in gesprek met de medestudenten over hun beleving/ervaring
Ruiken & proeven :
- de bezoekers zullen het zelfgemaakte eten van een afstand ruiken en later na mogen proeven.
Onderbouwing :
Iedereen leert dankzij en met behulp van hun zintuigen (horen,zien,ruiken en voelen). Iedereen heeft een bepaalde voorkeur voor zintuigen. De één is auditief en luistert dus graag, de ander is juist visueel ingesteld en leert beter door de dingen te zien. Ook zijn er mensen die kinetische zijn ingesteld; zij leren door te bewegen en bezig te zijn.
Het is bewezen dat je het beste leert als je zoveel mogelijk zintuigen prikkelt. Zo worden alle delen van de hersenen benut. Door verschillende zintuigen te combineren, versterken de zintuigen elkaar. (Monique,2013). We hebben gebruikt gemaakt van
http://www.ikleerinbeelden.nl/leerstijlen/combineer-de-zintuigen/
Theoretische onderbouwing vanuit de hoorcolleges

Vanuit psychologie is er benoemd geworden dat er vaak sprake is van stereotypering. Men heeft dan een vaststaand beeld over een groep mensen. Vanuit de sleuteltheorie blijkt dat vooroordelen ontstaan doordat men  het waarnemen en interpreteren van gevoelens, gedachten en intenties bij andere hebben en op basis daarvan wordt de persoon beoordeeld. (Zimbardo et al, 2013)

Dit heeft te maken met sociale cognitie die ook wel contextfactoren worden genoemd:
·         Primary-effect: men onthoudt de allereerste informatie en deze is vaak bepalend voor de beeldvorming
·         Recency-effect: men onthoudt het laatste informatie en deze blifjt ook meestal hangen.
·         Halo-effect: Uitstralingseffect van een centrale (positieve of negatieve) eigenschap die gecombineerd wordt met andere eigenschappen.

We willen door middel van informatie te geven,  alles vanuit een perspectief toelichten, maar ook een of twee tegenargumenten in ons redenatie opnoemen. Dit zorgt ervoor dat men vanuit recency-effect de laatste informatie  blijft hangen, waardoor de kans ontstaat dat men een nieuw denkbeeld ontwikkeld.

Vanuit sociologie wordt er gesproken over stigmatisering. Bij stigmatiseren wordt er geoordeeld overeen persoon die van de hedendaagse normen afwijkend. Er wordt aandacht gevestigd op een verschil, dit verschil wordt bestemd als slecht en afwijkend en wat vervolgens geprojecteerd wordt op een grotere groep. Stigmatiseren is dus een reactie van de samenleving op afwijkend gedrag. De definitie van ‘Stigmatisering’: Het afwijzen van personen omwille van een kenmerk dat hen associeert met negatieve stereotypes. (de Jager, Mok, Sipkema, 2009)
In onze eyeopener wordt er ook gesproken over hoe de maatschappij de groepering ouderen ziet en welke stigma hier opgelabeld wordt.

Ook hebben wij gebruikt gemaakt van de hoorcolleges recht:
- De AOW (Algemene Ouderdom Wet) is een basispensioen van de overheid. Iedereen die de  AOW leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont of heeft gewoond, heeft hier recht op. Het is een verzekering. Iedereen die in Nederland woont of werkt, is automatisch verzekerd (er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende nationaliteiten). U krijgt een volledig AOW pensioen als u in de 50 jaar voor uw AOW leeftijd altijd verzekerd bent geweest. Per 1 januari 2013 is de AOW leeftijd met 1 maand verhoogd. In de komende jaren gaat de AOW leeftijd in stapjes omhoog. In 2019 is de AOW leeftijd 66 jaar en in 2013 is dat 67 jaar. Vanaf 2024 zal de AOW leeftijd gekoppeld worden aan de levensverwachting.
- De WMO staat voor Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De WMO regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De ouderen kunnen bij het WMO loket in eigen gemeente terecht voor aanvagen van huishoudelijke hulp. Daarnaast is onder meer te denken aan ondersteunende maatregelen en voorzieningen in de sfeer wonen, zorg, welzijn, geldzaken, vervoer en informatie en advies voor chronisch zieken, gehandicapten en mantelzorgers. De functie extramurale begeleiding gaat over van de AWBZ naar de WMO. Dit betekend dat gemeenten vanaf 2013 verantwoordelijk worden voor de nieuwe aanvragers en vanaf 2014 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle cliënten die op dit moment extramurale begeleiding ontvangen in de AWBZ.

Muzisch agogisch vak, drama.
Een monoloog is een kort toneelstuk, bestemd om door één persoon te worden voorgedragen. Bij drama hebben wij geleerd dat je via een monoloog een verhaal kan vertellen aan het publiek. Een monoloog wordt opgevoerd door één persoon, dit hebben wij geoefend bij drama: hier moesten wij individueel een betekenisvolle situatie (die was voorgevallen tijdens ons interview) vanuit de ik-vorm opvoeren voor de klas.
Wij raakten geïnspireerd door de drama les voor onze manifestatie. Ons idee is om een ‘vertel stoel’ te plaatsen bij onze kraam. Een groepslid gaat hier tijdens de manifestatie (verkleed als een 65+’er) in zitten en zal monologen (gebaseerd op onze interviews) vertellen aan de bezoekers.

Doel van het monoloog:
De 65+’er zal aan de bezoekers laten zien dat zij bereid is om haar levenservaringen te delen à betekenisvolle situaties naar voren brengen in de monoloog. Ze zal haar normen, waarden en standpunten naar voren laten komen in de monoloog, ze zal haar kennis delen met de bezoekers.

Wat willen wij in de monoloog naar voren laten komen?
Krachten in beeld brengen van ouderen.

Voorbeelden:
-  De acteur maakt duidelijk dat hij of zij nog altijd tevreden is over zijn of haar uiterlijk en beschikt over zelfvertrouwen.
Ik heb dan misschien wel grijze haren en rimpels, maar vervelend vind ik dit niet! Ik heb nog steeds zelfvertrouwen en daarbij ben ik ook tevreden over mijn uiterlijk. Hier kunnen veel jongeren iets van leren, zij zijn vaak erg onzeker en laten zich beïnvloeden door de aandacht die wordt besteed aan schoonheid in de media.
- Dat acteur laat blijken dat hij of zij nog beschikt over voldoende kennis en levenservaringen om iets bij te dragen aan de maatschappij.
We laten de acteur belangrijke levenservaringen vertellen aan de bezoekers, de acteur verteld hierbij hoe hij of zij heeft gehandeld in deze situaties. Van de normen en waarden die de acteur hierbij naar voren brengt kunnen de bezoekers iets opsteken.
- De acteur maakt duidelijk hoe de doelgroep zichzelf ziet en dus ook gezien wilt worden.
Door de ervaringen die wij hebben opgedaan met ouderen hebben wij een beeld gekregen van hoe zij zichzelf zien en hoe dat zij graag gezien willen worden. De acteur kan dit beeld naar voren brengen. Hierdoor zullen de bezoekers weten of hun eigen beeldvorming van de doelgroep ‘ouderen’ hiermee wel of niet overeenkomt.
- De acteur maakt duidelijk dat zijn kijk op veel dingen minder ‘zwart/wit’ is.
Door duidelijk te maken naar de bezoekers dat hij of zij bijvoorbeeld kan genieten van de kleine dingetjes.


Hier hebben we zoals boven aan in het document terug te lezen een lopend verhaal van gemaakt.

Referentielijst:

Craynest, P.(2013). Psychologie van de levensloop. Inleiding in de ontwikkelingspsychologie. Den Haag: Acco

Hoeymans, R., Timmermans, JM., de Klerk, MMY., de Boer, AH., Deeg, DJH., Poppelaars, JL. (…)  (2005). Gezond actief: de relatie tussen ziekten, beperkingen en maatschappelijke participatie onder Nederlandse ouderen. (Rapport nummer: 270054001/2005). Geraadpleegd op http://rivm.openrepository.com/

Jager, H. de, Mok, AL., Sipkema, G. (2009). Grondbeginselen der Sociologie. Noordhoff Uitgevers
Martens, MJT. (no date) Omgaan met ouderen. Geraadpleegd op http://pubnpp.eldoc.ub.rug.nl/
Sikkel, D. (2010) De Grijze Aap: Ouderen, communicatie en consumentengedrag vanuit het perspectief van de evolutie. Geraadpleegd van http://books.google.nl

Zimbardo, P. G., Johnson, R. L., McCann, V., Moons, A., Bouman, G., & Caffin, E. (2013). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten