donderdag 5 juni 2014

Hoorcollege opdracht 2 en 8 : Agogiek en diversiteit

Hoorcollege 2&8 : Agogiek en Diversiteit 1&2 

In deze opdracht staan onze normen, waarden, overtuigingen en denkbeelden over ouderen centraal. Ook hebben we aan onze ouders gevraagd welke denkbeelden hun hebben, zodat we konden kijken of dit overeenkomt en op deze manier krijgen we een zo breed mogelijk beeld over de doelgroep ouderen. 

Onze eigen normen, waarden en denkbeelden :


K: Ik vind dat je respect moet hebben voor ouderen, dit houdt o.a. dat ik altijd op zal staan om een ouder iemand te laten zitten. Daarnaast vind ik dat je respect naar ouderen moet tonen door o.a. netjes te zijn en fatsoen te tonen en geen grote mond tegen ouderen opstellen. Mijn eerste indruk over ouderen is dat zij nogal vaker mopperig zijn en dat alles wat langzamer gaat, hier heb ik zelf niet altijd het geduld voor. Oudere mensen hebben meestal een heleboel levenservaring en wijsheid, waardoor zij vele interessante verhalen vol overtuiging kunnen vertellen. Daarnaast is het mij wel opgevallen dat oudere van een andere culturele afkomst vaker op deze leeftijd verzorgd worden door de kinderen, dit vind ik een groot verschil tussen beide groeperingen. 







J: Het beeld dat ik van ouderen heb ik voornamelijk gevormd door mijn ervaringen met ouderen die ik heb opgedaan op mijn stage plekken in verzorgingstehuizen in Heerlen en in Swalmen. Het beeld dat ik heb van ouderen ziet er ongeveer zo uit: de ouderen zijn erg afhankelijk van de zorg en de vrijwilligers. Ze zullen nooit meer zo zelfstandig kunnen leven zoals dit voorheen wel mogelijk was. Vaak voelen de ouderen zich eenzaam, dit kan komen door dat ze weinig bezoek krijgen omdat ze bijvoorbeeld geplaatst zijn in een bejaarden tehuis dat ver buiten hun geboorteplaats ligt. Ouderen voelen zich ook erg beperkt in hun doen en laten, dit komt dan voornamelijk door hun lichamelijke beperkingen en/of ziekten beelden. Aan de andere kant zie ik ouderen ook als mensen die kunnen genieten van de kleine simpele dingen zoals een wandeling of een bezoekje van hun kinderen. Kleine complimentjes kunnen hun hele dag opfleuren. Hiernaast denk ik dat ouderen ons veel kunnen vertellen (en leren) doordat hun zijn opgegroeid in een hele andere manier van leven.  

A: Vanuit thuis heb ik meegekregen dat je voor ouderen respect moet hebben en hun ondersteunen waar het nodig is. Als ik naar mijn achtergrond kijk, hebben onze ouderen veel gezag over hun kinderen. Ze verwachten dat wanneer hun kinderen volwassenen worden ook de taak hebben om voor hun ouders te zorgen. Dit houd in samen in een huis voor je ouders zorgen. Persoonlijk vind ik dit een hele mooie gebaar naar onze ouders toe. Immers we zijn ook liefdevol opgegroeid door onze ouders, zo ligt de druk op je als kind zijnde om voor je ouders te zorgen. Wanneer ik naar mijn geloof kijk, wordt er gezegd dat onder de voeten van je ouders het paradijs ligt. Hieruit heb ik mee gekregen dat je wanneer je geen respect hebt voor je ouders dat je een zonde bent begaan.




E: Mijn beeld over ‘ouderen’ is niet zwart of wit. Er zijn ouderen die nog heel vitaal zijn, zoals mijn opa. Maar ook zijn er ouderen die bedlegerig zijn. Eén van de normen die voor mij heel belangrijk is, is dat ik van mening ben dat je ouderen altijd met respect moet behandelen. Het zijn mensen die al veel langer leven dan ik en dus ook al veel meer ervaring met het leven hebben dan ik.
Een ander beeld dat ik heb van ouderen, iets wat misschien minder waar is, is dat ouderen lief zijn. Waar het beeld vandaan komt? De ouderen die ik ken, zijn over het algemeen hele lieve mensen. Echter, mijn moeder werkt met (dementerende) ouderen en zij komt wel eens terug met verhalen die iets anders suggereren (wat klinkt dat onaardig!).

Normen, waarden en denkbeelden van onze ouders:

K: Antwoorden op de bovenstaande vraag zijn gegeven door mijn moeder. De ouderen in hun waarde laten en hun accepteren zoals ze zijn, ondanks zij af en toe lastig kunnen zijn. Daarnaast moet je geduld hebben richting ouderen en ze met respect behandelen. Er zijn ook ouderen mensen die het soms lastig kunnen maken, hun mening doordrijven , eigenwijs en niets aannemen enzovoort. Ouderen die zij kent zijn katholiek gelovig en streven dit geloof na. Ze geeft aan dat ze nauwelijks ouderen kent van een andere cultuur, wel geeft ze aan dat er steeds meer ouderen van een andere afkomst binnen het verzorgingstehuis worden opgenomen. Ze geeft aan dat ze deze ouderen ook vaker niet begrijpt, omdat zij vanuit een andere cultuur naar dingen kijken en andere normen en waarden hebben. 

J: Mijn moeder heeft een ander beeld als mij van ouderen. Dit komt omdat haar eigen ouders de doelgroep zijn. Zij is opgevoed door de mensen die nu onder de groepering ouderen vallen. Mijn moeder zal bepaalde handelingen in deze tijd van ouderen sneller begrijpen omdat zij is opgegroeid in de tijd dat de ouderen van nu toen haar leeftijd hadden. Zij heeft een beeld van hoe de maatschappij er in die tijd uit zag. Een andere reden waarom mijn moeders beeld verschilt van mijn beeld van de ouderen is omdat zij ouderen in een andere omgeving kent. Ik ken de ouderen van de verzorgingstehuizen (en soms hier buiten), mijn moeder kent eigenlijk alleen ouderen die nog zelfstandig wonen (zoals haar eigen ouders).

A: Mijn beide ouders, opa’s en oma’s leven niet meer. Dus deze vraag kan ik hun niet persoonlijk stellen wel kan ik denken over hoe ze erover dachten. Van mijn moeder weet ik dat ze heel anders over deze doelgroep denkt dan ik en zou handelen. Wat ik hiermee bedoel is dat ik dat zij niet voor haar moeder kon zorgen i.v.m dat ze hier in Nederland heeft gewoond. Maar wel haar moeder financieel ondersteunen in Afghanistan.

E: Mijn moeder, werkende in als verzorgde IG in een oud klooster in Maastricht, vindt deze vraag moeilijk. Zij vertelde: Het hangt heel erg van de persoon af. Niet iedereen wordt ouder op dezelfde manier. Je hebt mensen (ouderen) die zijn nog heel druk met van alles en nog wat. Die hebben nog druk contact met kinderen en kleinkinderen, gaan nog zelf boodschappen doen, zitten bij een club, beoefenen hun hobby nog, noem maar op. Maar er zijn ook ouderen die dit niet hebben, die niets meer meekrijgen van de wereld, in een sociaal isolement leven (daar zijn er plenty van) kortom: Het andere uiterste. Natuurlijk zit hier tussen ook nog genoeg. Waar het om gaat is dat je mensen, ouderen, senioren, als mensen beschouwd en ze ook op deze manier behandeld.

Zijn er verschillen, of overeenkomsten? 

K: Wij vinden het beide belangrijk dat oudere mensen met respect behandeld moeten worden. Daarnaast hebben wij allebei ondervonden dat oudere mensen af en toe niet makkelijk kunnen zijn en nogal eigenwijs kunnen zijn. Een verschil is dat mijn moeder het lastiger vind om normen en waarde van een andere culturele afkomst te begrijpen. Dit heeft mij echter nooit beïnvloed in mijn denkbeeld, ik heb hier zelf nauwelijks moeite mee en sta open voor een andere cultuur.

J: Een overeenkomst tussen mijn moeders denkbeeld en mijn eigen denkbeeld is dat het ons beide opvalt dat de ouderen genieten van de kleine en simpele dingen, die wij zelf vaak niet eens opmerken (wij vinden dit vanzelfsprekend). Een andere overeenkomst: wij kunnen beide de levensdoelen van ouderen op dit moment benoemen. Namelijk: kleinkinderen, kinderen en hun echtgenoot(e).

A: Een verschil is dat mijn moeder en ik totaal verschillen over deze doelgroep. Een overeenkomst is wel dat ik respect heb voor ouderen. Maar wat mijn moeder heeft opgedragen gekregen kan ik heel moeilijk begrijpen. Dat je als kind verantwoordelijk bent voor je ouders tot hun dood. Aangezien ik hier in Nederland ben opgegroeid is er genoeg verzorgingstehuizen. Dit is totaal niet gepast bij ons in de cultuur.

E: Wat eigenlijk zowel bij mij als bij mijn moeder terug komt, is het stukje over hoe je ouderen behandeld: “Met respect” en “Als mensen”. Maar hoe beïnvloedt het mijn kijk op deze groepering? Ik denk dat ik ouderen wat voorzichtiger benader. Ook ga ik meestal van het beste van de ouderen uit. In mijn gedachten gaat het dan zo: Ik heb respect voor de ouderen, dat is vast niet  voor niets. Dat betekent dat het dan goede mensen zijn, anders zou ik geen respect voor ze te hoeven hebben. Dus dit denkbeeld heeft grote invloed op mijn kijk op de groepering.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten