woensdag 25 juni 2014

Hoorcollege opdracht 16: Sociologie en Diversiteit

Probeer de plek van de groepering binnen de samenleving te beschrijven. Met andere woorden; hebben zij een volwaardige plaats binnen de Nederlandse samenleving. Hiervoor kun je begrippen gebruiken zoals interdependentie, cohesie, ongelijkheid, macht sociale positie en kapitaal. 

De antwoorden die wij geven bij deze opdracht zijn allemaal gebaseerd op onze eigen ervaringen met de groepering ouderen. 
    Ouderen verliezen met de jaren mee als het ware hun zelfstandigheid. Ze worden steeds afhankelijker van anderen (familie, de zorg, enzovoort). Ze hebben de touwtjes niet meer helemaal zelf in de handen en een gevoel van machteloosheid kwam ter sprake in een aantal gesprekken die J.d.R. hield met de bewoners op haar stage plek. Ouderen hebben vaak het gevoel dat zij niet meer helemaal mee tellen in de maatschappij omdat hun conditie nu eenmaal niet meer optimaal is> Sommige voelen zich (door de maatschappij gezien/benoemd) onnuttig. 
    Binnen de groepering is veel diversiteit te zien op verschillende gebieden. Zo verschillen veel ouderen van hun kapitaal (denk aan de AOW-uitkering, pensioen, verschillende klasse). Daarnaast verschilt de cohesie ook per persoon. De ene persoon is de andere niet en niet iedereen zal evenveel contact zoeken als de ander. 

     In hoeverre is of wordt de groepering beschouwd als deviant en welke conflicten liggen aan de basis van deze tegenstelling? In welke mate zijn processen zoals stigmatisering, etikettering, stereotypering, self fulfilling prophecy van toepassing? 

    Wij hebben onszelf bovenstaande vraag gesteld maar ook een aantal mensen uit onze omgeving (gezin). Over het algemeen kwamen er veel dezelfde antwoorden uit; beleefd, mopperig, traag, verslechterde lichamelijke en geestelijke functies, lief, wijs, enzovoort. Natuurlijk is dit niet voor iedereen uit de groepering ouderen van belang. Er zijn namelijk ook onbeleefde, vrolijke, actieve, onaardige, laag begaafde ouderen (dit was een voorbeeld). Door onze ondervragingen zijn wij te weten gekomen dat er inderdaad stereotyperend gedacht wordt over ouderen. 
    Natuurlijk kan het zo zijn dat ouderen zich gaan gedragen naar hoe de maatschappij hen ziet/ hoe anderen het van hen verwacht. 


Wat zijn volgens jullie de belangrijkste (positieve of negatieve) maatschappelijke ontwikkelingen die zich de laatste 20 jaar hebben voorgedaan ten aanzien van deze groepering. Bijvoorbeeld op politiek, economisch of sociaal cultureel vlak?

Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de zorg en welzijn (heeft ook invloed op een deel van de groepering ouderen). 
Bron: http://www.calibris.nl/Calibris/media/Calibris/Cijfers%20en%20Trends/Ontwikkelingen-Zorg-en-Welzijn.pdf?ext=.pdf 

Probeer op basis van deze analyse een praktijkvoorbeeld te benoemen waarbij de tegenstelling tussen de ingroup (samenleving) en outgroup (groepering) op een aantoonbare wijze is verminderd.
bollen wol samen breien ouderenfondsHet ouderen fonds gaat eenzaamheid bij ouderen tegen. Een mogelijke manier is hun project genaamd; samen breien! Samen breien heeft als belangrijkste doel het bij elkaar brengen van jong en oud door gezellig samen te breien en haken. Zo bevorderen ze sociale contacten en bestrijden ze eenzaamheid!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten