woensdag 25 juni 2014

Hoorcollege opdarcht 19: Organisatiekunde.

Op welke manier organiseert jullie groepering zich en welk beeld presenteren zij over zichzelf naar buiten? Vergelijk dit met het beeld dat organisaties die de groepering begeleidt of ondersteunt naar buiten toe uitdraagt over de groepering. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? En hoe vallen deze overeenkomsten of verschillen te verklaren.






Ouderen komen op verschillende plekken samen, een aantal voorbeelden zijn:
Dagbesteding bij ‘De Zorggroep’ in Swalmen.
Visie: 
De Zorggroep heeft hart voor mensen; zij voelen zich bij ons welkom, rechtvaardig behandeld en gerespecteerd. Vertrouwen en veiligheid vormen voor ons de belangrijke basis voor een gelijkwaardige relatie tussen mensen. In die relatie neemt iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat we duidelijk, eerlijk en open communiceren, verwachtingen uitspreken en afspraken nakomen. De Zorggroep zoekt voortdurend naar nieuwe mogelijkheden en alternatieven. We geven voorrang aan wijze ideeën, creativiteit en durf. Soms doen we dit alleen, dan weer met anderen, maar altijd met respect voor ieders keuzes en voorkeuren. We hebben oog en oor voor elkaar. Mensen weten en voelen zich bij ons professioneel behandeld… Daar staan we voor”(De Zorggroep, 2014).



Nije balans, lifestyle en bewegen.
Visie: “Korting voor senioren en studenten in de daluren! Sporten vanaf 31,- euro per maand, inclusief koffie, thee en sportdrank”(Nije balans, 2014).
Revalidatiecentra.
Woon-zorgcentra.
Verpleegkliniek of ziekenhuis.
In de natuur: tijdens een wandeling, in het park, enzovoort.
Supermarkt, café, op het terras, restaurant, enzovoort.
Tegenwoordig zijn veel organisaties gericht op alle doelgroepen, ouderen hebben genoeg keuze tot deelname!


Vanuit de gesprekken met ouderen heeft onze subgroep meegekregen dat veel ouderen (in verhouding met hun leeftijd) nog ontzettend actief kunnen en willen zijn. J.d.R. heeft door haar stage bij de Zorggroep nog veel meer gesprekken met ouderen gevoerd. Zij verteld dat de meningen onder ouderen zijn verdeeld en er geen lijn valt te trekken. Hieruit concluderen wij dat er wel degelijk diversiteit is binnen de groepering ouderen en dit willen wij laten terugkomen in de manifestatie d.m.v. een diversiteit quiz te doen met vragen en eigen ervaringen te laten zien (verschil laten zien per persoon).  

Hoorcollege opdracht 18: Ethiek en Diversiteit 2.

Ethiek en diversiteit 2, Carin Wevers.


Onze subgroep O2 heeft n.a.v. het college (belang van erkenning) nagedacht over de volgende vraag: op welke gebieden heeft jouw groepering absoluut erkenning nodig en wat moet er erkend worden? Door wie moet dit erkend worden? Waar bestaat de erkenning vervolgens uit? 

De ouderen hebben de nodige erkenning nodig over hun aanpassingsvermogen. De maatschappij heeft het niet in de gaten hoe zwaar sommige ouderen het soms te verduren krijgen (bijvoorbeeld door de lichamelijke achteruitgang i.v.m. de ouderdom). Ouderen passen zich hier in de meeste gevallen altijd aan aan door bijvoorbeeld te verhuizen naar een woon zorg centra.Dit wordt als vanzelfsprekend gezien door de maatschappij, maar dit is het zeer zeker niet! 
Dit dient duidelijk erkent te worden door de maatschappij!



Tijdens de manifestatie zal onze subgroep de bezoekers laten ervaren hoe het is om bepaalde handelingen uit te voeren met een beperking. Wij zullen de bezoekers beperkingen opleggen door bijvoorbeeld een versleten rug na te bootsen; wij geven de bezoeker een zware rugtas zodat zijn handelingen moeizamer zullen verlopen. 
Wij willen met deze activiteit respect en erkenning bereiken bij de bezoeker naar de ouderen toe. Wij willen dat de bezoekers in de schoenen van de ouderen laten staan en hiermee de kracht van ouderen (aanpassingsvermogen) naar voren laten komen. 

Conclusie: wij willen de 'verborgen' en 'vanzelfsprekend gezinde' krachten van ouderen aan het licht brengen voor de maatschappij, ouderen verdienen meer erkenning, waardering en respect dan dat zij werkelijk krijgen. Wij willen de ogen van de bezoekers openen door hun in de schoenen van ouderen te laten staan. 

Hoorcollege opdracht 17: Culturele Antropologie en Diversiteit 4 (gender).

HC 17: Culturele Antropologie en Diversiteit 4 (gender)

Opvallend gesprek tijdens het interview met Mevrouw F.K. 
Mevrouw F.K. vertelde dat zij twee partners heeft gehad, haar eerste partner was namelijk overleden. Toen zij een nieuwe man kreeg (een aantal jaar later) werd er over haar geroddeld. Dit vond Mevrouw F.K. niet terecht omdat zij altijd een hele nette vrouw is geweest. Toch was het toen niet gepast om een nieuwe partner te krijgen, ook al voelde het voor haar zelf goed en had ze het gevoel dat haar eerste echtgenoot haar toestemming gaf om gelukkig te zijn en haar leven te leven. 

Hierin komt duidelijk naar voren dat de samenleving waarin Mevrouw F.K. toen leefde erg streng de regels naleefde, hierin speelde het christelijke geloof een rol. Mevrouw F.K. was ook gelovig maar streefde nog altijd haar eigen normen en waarden na.

Mevrouw F.K. gaat tegen de groep in door een relatie aan te gaan met haar nieuwe partner omdat het voor haar en haar nieuwe partner goed voelt. Ze laat zich niet tegenhouden door de mening van anderen. 

De groep gaat tegen Mevrouw F.K. in door over haar te roddelen, ze laten haar weten dat ze het niet eens zijn met de gemaakte beslissingen van Mevrouw F.K.  

Hoorcollege opdracht 16: Sociologie en Diversiteit

Probeer de plek van de groepering binnen de samenleving te beschrijven. Met andere woorden; hebben zij een volwaardige plaats binnen de Nederlandse samenleving. Hiervoor kun je begrippen gebruiken zoals interdependentie, cohesie, ongelijkheid, macht sociale positie en kapitaal. 

De antwoorden die wij geven bij deze opdracht zijn allemaal gebaseerd op onze eigen ervaringen met de groepering ouderen. 
    Ouderen verliezen met de jaren mee als het ware hun zelfstandigheid. Ze worden steeds afhankelijker van anderen (familie, de zorg, enzovoort). Ze hebben de touwtjes niet meer helemaal zelf in de handen en een gevoel van machteloosheid kwam ter sprake in een aantal gesprekken die J.d.R. hield met de bewoners op haar stage plek. Ouderen hebben vaak het gevoel dat zij niet meer helemaal mee tellen in de maatschappij omdat hun conditie nu eenmaal niet meer optimaal is> Sommige voelen zich (door de maatschappij gezien/benoemd) onnuttig. 
    Binnen de groepering is veel diversiteit te zien op verschillende gebieden. Zo verschillen veel ouderen van hun kapitaal (denk aan de AOW-uitkering, pensioen, verschillende klasse). Daarnaast verschilt de cohesie ook per persoon. De ene persoon is de andere niet en niet iedereen zal evenveel contact zoeken als de ander. 

     In hoeverre is of wordt de groepering beschouwd als deviant en welke conflicten liggen aan de basis van deze tegenstelling? In welke mate zijn processen zoals stigmatisering, etikettering, stereotypering, self fulfilling prophecy van toepassing? 

    Wij hebben onszelf bovenstaande vraag gesteld maar ook een aantal mensen uit onze omgeving (gezin). Over het algemeen kwamen er veel dezelfde antwoorden uit; beleefd, mopperig, traag, verslechterde lichamelijke en geestelijke functies, lief, wijs, enzovoort. Natuurlijk is dit niet voor iedereen uit de groepering ouderen van belang. Er zijn namelijk ook onbeleefde, vrolijke, actieve, onaardige, laag begaafde ouderen (dit was een voorbeeld). Door onze ondervragingen zijn wij te weten gekomen dat er inderdaad stereotyperend gedacht wordt over ouderen. 
    Natuurlijk kan het zo zijn dat ouderen zich gaan gedragen naar hoe de maatschappij hen ziet/ hoe anderen het van hen verwacht. 


Wat zijn volgens jullie de belangrijkste (positieve of negatieve) maatschappelijke ontwikkelingen die zich de laatste 20 jaar hebben voorgedaan ten aanzien van deze groepering. Bijvoorbeeld op politiek, economisch of sociaal cultureel vlak?

Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de zorg en welzijn (heeft ook invloed op een deel van de groepering ouderen). 
Bron: http://www.calibris.nl/Calibris/media/Calibris/Cijfers%20en%20Trends/Ontwikkelingen-Zorg-en-Welzijn.pdf?ext=.pdf 

Probeer op basis van deze analyse een praktijkvoorbeeld te benoemen waarbij de tegenstelling tussen de ingroup (samenleving) en outgroup (groepering) op een aantoonbare wijze is verminderd.
bollen wol samen breien ouderenfondsHet ouderen fonds gaat eenzaamheid bij ouderen tegen. Een mogelijke manier is hun project genaamd; samen breien! Samen breien heeft als belangrijkste doel het bij elkaar brengen van jong en oud door gezellig samen te breien en haken. Zo bevorderen ze sociale contacten en bestrijden ze eenzaamheid!


dinsdag 10 juni 2014

Hoorcollege opdracht 13: Culturele Antropologie en Diversiteit 3

Uitgaande van de gedachte dat religie van alle tijden is en in elke samenleving voorkomt is het
interessant om stil te staan bij de betekenis van religie voor jezelf en voor je groepering. Op wat
voor manier probeert jouw groepering grip te houden op situaties waar ze zelf niet alle controle
over hebben? Hoe gaan ze om met onzekerheden waar ze geen grip op hebben en op welke manier
proberen ze toch invloed uit te oefenen? En hoe ben jij daar zelf mee bezig?

we hebben gekeken naar onze interviews en daaruit blijkt dat ouderen zich veel bezig houden et het geloof. Zo gaan ze wel een in de week naar de kerk of dagelijks bidden. Sommige ouderen vinden hier de kracht uit en geloven dat er een god is. uit een intervieuw bleek dat mevrouw zag dat het geloof haar altijd heeft  geholpen. Denk hierbij aan de operaties die goed zijn verlopen.
Ik ben geboren in een islamitisch gezin. Maar namate ik ouder ben geworden merk  ik dat ik heel weinig met mijn geloof bezig ben. Dit komt door dat ik mijn visie heb bijgesteld. Ik heb repect voor iedere zijn relgie.


Conclusie: Bij de doelgroep ouderen zijn we erachter gekomenn dat de  doelgroep veel bezig is met religie. Dit kan veel invloed hebben op de doelgroep en  dit kan ook een kracht van de doelgroep zijn en hier moetten we wat mee doen in onze manifestatie.

Hoorcollege opdracht 12 : Agogiek en diversiteit 2

Het doel van deze opdracht is om met behulp van het personalistische model de lezers een blik te geven over hoe deze kunnen worden toegepast op een life-event die een oudere heeft meegemaakt.

De opdracht: 
Neem jullie eigen groepering als uitgangspunt en probeer inzicht te krijgen in de levensloop van een of meerdere personen uit die groepering.
-Ga na welke belangrijke levenservaringen deze persoon heeft meegemaakt (life-events) en welke betekenis deze ervaringen hebben voor keuzes die hij/zij heeft gemaakt.
-Analyseer deze belangrijke levenservaringen vanuit het personalistische model als ook vanuit het generalistische model
- Probeer te achterhalen welke toekomstverwachting deze persoon heeft en op welke wijze hij zelf vorm /invloed uitoefent op de realisering hiervan  
- Probeer te achterhalen welke belangrijke levenservaring /levenswijsheid deze persoon wilt doorgeven aan jongeren anno 2014.








Hieronder zullen wij een tweetal life-events gaan noemen die de informant heeft meegemaakt
- De dood van haar man. Door deze gebeurtenis kwam mevrouw er weer alleen voor te staan. Deze gebeurtenis heeft gevolgen gehad voor haar verdere functioneren. Echter heeft ze zich nooit laten hangen en het beste uit haar leven gehaald.
- Het aanpassen hier in Nederland. Mevrouw kwam van Suriname af, waardoor ze in een twee strijd kwam hier in Nederland. Ze moest balans vinden tussen twee culturen. Ze heeft ervoor gekozen om dit zo goed mogelijk te doen, maar heeft nog altijd haar culturele rituelen behouden.


Analyse personalistisch model:

-      Het eerstgenoemde life-event heeft zeker gevolgen gehad voor haar individuele levensloop.  Zij heeft mij verteld dat dit een van haar moeilijkste periodes was aangezien zij het nu weer alleen moest doen. Doordat deze man haar heeft geholpen met haar persoonlijke ontwikkeling, was dit lastig voor haar. Echter wilde ze zich niet laten hangen en door haar doorzettingsvermogen heeft zij dit verlies een plekje kunnen geven.
-    Doordat mevrouw in een andere cultuur terecht kwam heeft dit wel degelijk haar levensloop veranderd. Zij heeft zich enorm moeten aanpassen, ze geeft zelf aan dat dit enorm veel van haar gevraagd maar ook vanuit de positieve zin.

Toekomstverwachting & conclusie:
De toekomstverwachting is vooral positief. Ze hebben zich beide bij de situatie neergelegd. De conclusie is dat je vanuit verschillende invalshoeken naar een situatie of gebeurtenis kunt kijken, door o.a. het analyse personalistische model.


Hoorcollege opdracht 11 : onderzoek

Kun je op dit moment al een eerste (liefst vrij specifieke) conclusie trekken t.a.v. de persoon waarmee jij contact hebt uit de toegewezen groepering?

a.) Wat is die specifieke conclusie?
De persoon is in staat om zich door een moeilijke tijd heen te slaan door kracht uit haar geloof te halen. 

b.) Dit is geen intern valide conclusie; de conclusie is namelijk niet gekoppeld aan een gezaghebbend concept/ theorie/ primaire en secundaire bronnen. 

c.) Deze conclusie is extern valide (3.2). Het resultaat (de conclusie) is te generaliseren, dit wilt zeggen dat deze voor een grotere groep zullen gelden (mensen met hetzelfde geloof die in staat zijn hier kracht uit te halen). 

d.) Vergeleken met een intern valide conclusie is deze extern valide conclusie minder betrouwbaar. 

e.) Deze conclusie is gebaseerd op mijn intervieuw met de persoon die kracht uit haar geloof haalde tijdens moeiljike tijden. 

f.) De persoon heeft twee partners verloren, dit waren zware tijden voor haar. Om zich hier door heen te slaan en verder te kunnen met haar leven heeft ze veel aandacht besteed aan haar geloof. Haar geloof hielp haar (gaf haar kracht en doorzettingsvermogen) om haar leven weer op te pakken.

g.) De bovenstaande conclusie kan getrokken worden op basis van meerdere leden van de doelgroep. Dit kan ik concluderen aan de hand van  een gesprek dat ik heb gevoerd met twee andere personen uit de doelgroep. Dit koppel bevond zich een tijd geleden in een soort gelijke situatie. Zij geven aan dat zij in deze moeilijke tijd ook konden vertrouwen op hun geloof. Door de kracht die ze konden halen uit hun geloof hebben ze hun leven weer kunnen op pakken. 

h.) Aan het eind van de opdracht kan ik concluderen dat een extern valide conclusie minder betrouwbaar is als een intern valide conclusie. Intern valide conclusies kunnen niet verzonnen zijn. 

Hoorcollege opdracht 10 : Ethiek en diversiteit

Volgens Sartre is dat wat eigen is aan mensen te vinden is in het concrete bestaan( existentisme). Daarnaast heeft iedereeen keuze van vrijheid. Sartre stelt dat wie zijn vrijheid ontkent, ontkent zijn verantwoordelijkheik je kan ten alle tijden  kiezen wie je wilt zijn met je eigen regels en waarde waar je verantwoordelijk voor bent. bij de doelgroep ouderen moet je jezelf de vraag stellen. In hoeverre de doelgroep verantwoordelijk is voor de bestande beeldvorming over zichzelf. 
Vanuit deze theorie kan je wel zeggen dat de ouderen zeker ene rol hierin hebben over de heersende beeldvorming. Wanneer men zich anders opstelt kan dit heersende beeldvorming veranderen. Daarnaast is het van belang dat je de negatieve beeldvorming een posetieve draai kan geven. Door bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid te nemen over hun vrijheid. Ook kunnen ze hun gedrag bijstellen wanneer dit nodig is. mensen zijn vaak geneigd om negatief over een doelgroep te denken. Dit kan ook vaak zijn uit ontwettendheid. Dit blijkt uit de interviews die we gehad hebben met de doelgroep.

uit een  artikel blijkt dat mensen vooral een negatieve beeldvorming hebben over ouderen. Waarom koesteren mensen zulke enorme vooroordelen (incompetentie, uitgerangeerd zijn, zieligheid) tegen hun toekomstige zelf?’ (Ritsema, B. 2012).

In mijn tutorgroep heb ik een aantal mensen hun menning gevraagd over deze doelgroep. Naar mijn verbazing werd er posetief gereageerd.
Er werden uitspraken gedaan zoals “oudere buitenlandse hebben zich meer aangepast dan buitenlandse jongeren” en “buitenlandse ouderen hebben zoals iedereen een toevoeging in aan de samenleving, ze zijn gelijkwaardig”. Anderzijds werd er gezegd “ik heb bewondering voor het feit dat ze eigen cultuur naleven.” (K. Reinders, V. Stiels & B. Mostert, persoonlijke communicatie, 22 mei 2013).

Hoe wilt de informant het liefst gezien worden door de maatschapij?
Ze wil dat de doelgroep ouderen, door de maatschappij wordt neergezet als: “Hard werkende
ouderen en actief in de samenleving”.


Hoorcollege opdracht 8 : Psychologie en diversiteit 3


Wij zitten nu zelf aan het eind van de adolescentie of in het begin van de jong-volwassenheid. Hierbij staat
de ontwikkelingsopgave om je identiteit te vinden en die te gaan delen.

Wat vraagt dat nu van jou?
Het vraagt om erachter te komen wie je bent en wat je normen & waarden zijn. Daarnaast welke karaktereigenschappen ik bezit en waar ik nog aan moet werken. Wat heel belangrijk is hoe zie ik mezelf en hoe andere mij zien.

In hoeverre zijn (pestervaringen of ervaringen die je ontwikkelingstaak gefrustreerd hebben) van invloed op jou? 

Zijn sommige ontwikkelingsopgaven je beter afgegaan dan andere?
Ik  ben vroeger gepest geworden om mijn taal barrière. Hierdoor merk ik dat ik af en toe heel onzeker ben over mijn verslagen. Ik heb ook altijd een bevestiging nodig om de rust voor mezelf te bewaren. Hiermee bedoel ik dat ik minder onzeker moet zijn over mijn kunnen.


Wat maakt jou tot de persoon die je nu bent?

Doordat ik dat heb meegemaakt ben ik bang om iets fout uit te spreken of wanneer ik iets inlever dat ik bang dat ik fouten heb gemaakt in mijn documenten. Hiermee bedoel ik dan de spelfouten.

Wat maakt degene die jij interviewt tot wie hij is? Welke (pest)ervaringen en huidige ontwikkelingsopgave zijn voor deze persoon bepalend?

De vrouw die ik geïnterviewd heb heeft veel meegemaakt met discriminatie. Hierdoor zie je ook dat mevrouw heel erg op haar hoede is.

Conclusie:

Het verleden neem je mee naar je toekomst. Wanneer je iets mee hebt gemaakt kan het zijn dat het effect heeft op je latere leeftijd. Daarom is het van belang dat je hier rekening mee houdt voor de cliënt die tegenover je zit.

Hoorcollege opdracht 7: Culturele antropologie en diversiteit 2

Het was de bedoeling bij deze opdracht om observerende participatie te ondernemen. Wij hebben zijn als subgroep de praktijk in geweest en hebben d.m.v. mee te doen, kunnen observeren. We hebben dit uitgewerkt in een verslag, dit kun je op de volgende link vinden : observerende participatie : praktijkervaring 1

Hoorcollege opdracht 5 : psychologie en diversiteit 2

Hoorcollege 5: psychologie en diversiteit

Wij als studentengroep hebben de opdracht gekregen om aan de hand van een aantal aspecten te kijken naar de groepering ouderen . Wij hebben hieronder één voor één geprobeerd om eens dieper te kijken naar de groepering. Bij deze opdracht is het de bedoeling dat we kijken in hoeverre verschillende factoren meespelen in onze eigen beeldvorming over ouderen. 
We hebben er voor gekozen om twee uitgewerkte opdrachten met jullie te delen. De andere opdrachten kan de tutor terug vinden op ons dropbox account.

K : Ik vind ouderen wel een leuke groepering en ze zijn
allemaal verschillend want iedereen heeft een ander verhaal. Wel vind ik veel
ouderen mensen op elkaar lijken waardoor ik ze tot deze groepering  plaats, dit heeft te maken met de gestaltebenadering van de sociale context namelijk door het principe van
nabijheid. Sommige ouderen zijn heel erg lief en behulpzaam. Ik heb wel respect
voor ouderen mensen want zij hebben de wereld gemaakt zoals hij nu is. Mijn
respect naar deze groepering komt ook door de demografische eigenschappen
waaronder de leeftijd valt. Echter vind ik wel dat sommigen ouderen mensen veel
mopperen en het allemaal wat langzamer gaat. Dit kan komen door hun karaktereigenschappen
of hun emoties die zij op dat moment ervaren. Dit heb ik ook in sommigen gevallen zelf ervaren waardoor ik een
cognitief schema gevormd wordt door het geheugen. Echter heb ik ook met ouderen
gewerkt waardoor mijn beeldvorming over deze groepering veranderd is, ik heb
namelijk ervaren dat ouderen niet altijd alleen maar mopperen , maar ook andere
mooie eigenschappen hebben. Dit heeft mijn beeldvorming over de groepering
verbeterd waardoor er sprake is van een stereotype lift.






J:  Bij onze doelgroep gaan de dingen nu eenmaal allemaal
wat langzamer i.v.m. de ouderdom (bewegingen, enzovoort), hierop pas ik mijn
spraak en eigen bewegingen aan (ik verlaag mijn tempo) De manier waarop ik naar ouderen kijk is over het algemeen: lieve, onweerbare, zwakke en sombere mensen. De indruk die ouderen bij mij wekken is positief. Ik voel geen afschuw of afkeer tegen de doelgroep. Ik vind dat wij een ontzettende toegankelijke doelgroep toegewezen hebben gekregen. De benadering is dus gemakkelijk alleen de manier waarop je ga je omgaat met ouderen is een aandachtspunt. Je zult namelijk veel geduld moeten hebben en een duidelijk verhaal moeten overbrengen.


Conclusie:
Vanuit de theorie wordt er duidelijk hoe snel je als persoon een vooroordeel trekt. Het is belangrijk om bewust te zijn over je eigen denkwijze/beeldvorming. Door deze opdrachten hebben wij dit zelf mogen ervaren. We kunnen hier zinvolle informatie uit halen om tijdens de manifestatie een onderdeel beeldvorming toe te voegen.





 


donderdag 5 juni 2014

Hoorcollege opdracht 4 Antropologie en diversiteit 1

Hoorcollege 4 : Antropologie en diversiteit 1


De opdracht was om een diversiteitscirkel voor jezelf zo volledig mogelijk in te vullen. Hierin staan de 8 dimensies van de diversiteitscirkel centraal: Gender, religie, etniciteit, seksuele oriëntatie, levensfase/generatie, talent/handicap, klasse en professionele oriëntatie. Voor persoonlijke verdieping van de collegeopdrachten kan de tutor ons dropbox account bekijken.
 
We hebben er voor gekozen om twee ingevulde diversiteitscirkels met jullie te delen.


J:
ik ben geboren op 14 april in 1995 en ik ben een vrouw. Ik ben niet gelovig en ik ben van Nederlandse afkomst. Ik woon samen met mijn moeder Annelies en mijn zusje Manon in Maasbracht, dit ligt in Limburg. Mijn moeder is twee keer gescheiden en ze heeft op het moment een nieuwe vriend. Ik heb geen contact met mijn vader. Ik ben heteroseksueel en ik zit in de levensfase van een jong volwassenen. Mijn familie en ik zijn gezond en kent gelukkig geen ziektebeeld. Verder heb ik zes jaar op de HAVO gezeten en mijn diploma gehaald in 2012. Op het moment volg ik de opleiding Social Work (Sittard), ik ben een eerste jaars student. Ik vind het ontzettend belangrijk om leuke dingen te doen met mijn vrienden, hier kijk ik altijd erg naar uit. Ik vind het belangrijk om met een positieve blik naar het leven te kijken en om er voor te zorgen dat je mede mensen dit ook kunnen doen.


K:
Ik ben een jong volwassen dame van 21 jaar. Ik heb vorig jaar mijn MBO niveau 4 behaald, waarna ik de studie Social Work ben begonnen. De reden hiervoor is omdat ik mezelf zo optimaal mogelijk wil ontwikkelen. Ik ben katholiek opgevoed en heb mijn communie gedaan, echter doe ik momenteel niet veel met het geloof. Ik ben van Nederlandse afkomst en dit is ook wel terug te zien in mijn normen en waarde. Mijn woonsituatie is momenteel thuiswonend, ik woon met mijn moeder. We hebben thuis niet veel te besteden waardoor er gesteld kan worden dat wij tot de minimale klasse behoren. Ik ben heteroseksueel en heb momenteel een vriend. Mijn talenten zijn behulpzaam en dansen. Mijn valkuilen daarin tegen zijn dat ik naïef ben en soms onzeker.

Conclusie:
Doordat iedereen een diversiteitscirkel heeft ingevuld zijn we er achter gekomen dat je vanuit verschillende manieren naar een persoon kan kijken. De diversiteitscirkel helpt om deze verschillen tussen verschillende mensen in kaart te brengen. Door deze methode te gebruiken kun je de diepste normen en waarde achterhalen en hoe deze tot stand zijn gekomen.

Deze diversiteitscirkel hebben we ook voor onze taaktoets (het interview) gebruikt. Op deze manier kunnen wij ons ze breed mogelijk op de doelgroep ouderen oriënteren.

Hoorcollege opdracht 3 Psychologie en Diversiteit

Hoorcollege 3 Psychologie en Diversiteit

Naar aanleiding van het gegeven hoorcollege hebben wij er voor gekozen om twee uitgekozen modellen toe te passen op één persoon uit de doelgroep ouderen. Op deze manier laten we zien dat je op verschillende manieren naar een persoon kan kijken. 

We hebben ook modellen op onszelf toegepast, echter hebben wij ervoor gekozen om deze wegens privacy niet te publiceren. Onze tutor kan de persoonlijke modellen vinden op ons dropbox account. 














BPS + Model :



Ring 1:Sociaal maatschappelijke factoren
De afdelingen 3 op ave Maria is verzorgingsafdeling die verdeeld is in twee afdelingen. De ene afdeling is voor de somatische cliënten en de andere is een gesloten afdeling voor de PG cliënten. Ik zit voornamelijk op de PG afdeling. Ik zal hieronder ook de PG afdeling beschrijven.
PG afdeling is bedoeld voor cliënten met psychogeriatrische problemen. De cliënten van afdeling PG hebben een vorm van dementie die vaak gepaard gaat met complexe problemen. Dit is een gesloten afdeling, waar 10 cliënten wonen. Iedere cliënt heeft een eigen doelenkaart/zorgplan. Dit betekent dat de cliënten zelf niet meer instaat zijn om hun dagbestedingsplan op te stellen. In een zorgplan worden doelen opgesteld en daarmee gaan personeel/familielid mee aan de slag. Om de 6 maanden wordt dit geëvalueerd
De cliënten binnen een PG afdelingen hebben een vast dagprogramma. Zoals eetmomenten, rustmomenten en dagbesteding. De activiteiten die je met deze doelgroep kan doen is heel beperkt. Denk hierbij aan individueel activiteit. Omdat de cliënten heel ver in hun dementie zijn, is het belangrijk dat je bij deze doelgroep kijkt naar individu en aan de hand daarvan enkele bijpassende activiteiten uit te voeren. Bij mensen met een dementie is het zoveel mogelijk de zintuigen laten prikkelen. Denk hierbij aan snoezelen.


Ring 2: (ped)agogisch en systeemtheoretisch perspectief.
De cliënten van PG maken deel uit van een familiesysteem. Dit is ook per cliënt verschillend. De ene cliënt krijgt iedere week bezoek van dochter/zoon of andere familieleden. Maar de andere weer een keer in de maand of alleen met verjaardagen. Dit kan komen doordat de familie het moeilijk vindt om hun moeder/vader zo zien te veranderen in de loop van de tijd. Verder zijn er voor iedere cliënt in het zorgplan doelen opgesteld die door verpleging, huisarts, psycholoog, ergotherapeut, fysiotherapeut, diëtist, logopedist, activiteitenbegeleiding worden uitgevoerd.
De cliënten van afdeling PG maken veel deel uit:·Groepssysteem: Dit houdt in dat iedere cliënt deel neemt aan de gezamenlijke maaltijden. Dit wordt gedaan 3 keer per dag. Ook is er koffie/thee momenten waar de cliënten gezamenlijk deel nemen. De cliënten kunnen deel nemen aan dagactiviteiten dit kan kienen zijn of iets bakken. Maar ook een activiteit waarbij je hun zintuigen kan prikkelen. 

Ring 3: Gedragsmatig cognitief
De cliënten die binnen de PG afdeling van ave Maria wonen hebben allerlei verschillende problematieken die het optimaal functioneren kunnen belemmeren. Ik zal een paar van deze problematieke toelichten.
Op lichamelijk gebied:
Spier en bot klachten( zwakker botten, verminderde spierkracht)
Darmen, blaas en huid( incontinentie, dunner huid)
Organen(slechte werkend lever, maag en nieren)
Zenuwstelsel(minder reactievermogen)
Auto-immuumsysteem( gevoelig voor infectieziektes, minder weerstand)
Zintuigen( slecht zien, horen, proeven, ruiken en tasten.
Veel voorkomende ziektes die bij ouderen voorkomen denk aan:
 Ouderdomsdiabetes (suikerziekte)
Trombose(te hoge bloeddruk)
Hypertensie(te hoge bloeddruk
Staat( troebel aan de ooglens)
Aandoening van de hersenen( CVA, hersenbloeding, hersenbloeding, herseninfarct)
De cliënten hebben ook vaak op geestelijk gebied te maken. Dit wil zeggen dat ze cognitief achteruit gaan in hun dagelijkse functionering.
Dementie:Dementie is een proces waarbij de hersenfuncties achteruitgaan. Het wordt veroorzaakt door onherstelbare aantasting van de hersenen. Dementie kenmerkt zich door een geleidelijke achteruitgang van het geestelijk functioneren. Het is een aandoening die bestaat uit meerdere stoornissen, waarbij het geheugenverlies meestal voorop staat. Wanneer aandoening zo ernstig is dat de persoon niet meer als voorheen in de maatschappij kan functioneren, is er sprake van dementie(steen,2009).
Vormen van dementie:
De ziekte van Alzheimer( verschillende soorten schadelijk eiwitten in de hersenen)
Lewy body dementie(LBD) (waanvoorstellingen en hallucinaties treden op)
Vasculair dementie beschadiging aan de bloedvaten of een afwijking in de bloedtoevoer naar de hersenen)
Overige vormen( sprake van meer oorzaken van dementie)(steen,2009).

Ring 4: De persoonlijke geschiedenis en achtergrond
Ik loop stage op de PG afdeling van Ave Maria. Hier wonen in totaal 10 cliënten met verschillende soorten geschiedenis en achtergrond. Hieronder beschrijf ik de cliënt met wie ik de activiteit ga uitvoeren:
Cliënt is een 78 jarige weduwe vrouw. Ze komt uit een gezin van 4 kinderen. De sfeer binnen het gezin was goed. De cliënt is getrouwd en ze kreeg 2 zonen met haar echtgenoot. Cliënt is zelfstandige kapster geweest. 1981 heeft haar man zelfmoord gepleegd.
Cliënt heeft in 1998 haar 1ste CVA gehad en in 2007 een recidief CVA met volledig hemibeeld links. Mevrouw zit in een aangepaste rolstoel.
Hecht veel waarde aan vaste gewoontes en structuur. De cliënt kan snel van slag raken als zaken anders lopen dan ze gewend is. Is dan soms moeilijk af te leiden. De cliënt heeft hierdoor een vaste plek in de woonkamer, de cliënt is vaak wat in zichzelf gekeerd en doet niet graag mee met de groepsactiviteit. De cliënt is snel overprikkeld. Cliënt heeft moeite met contact te maken met de medebewoners. Wel vindt de cliënt het fijn om zo vaak mogelijk door dezelfde verzorgende geholpen te worden.

Ring 5 en 6: Biologisch nurture en nature perspectief:
Nurture:  Alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, met name door de leefomgeving (Nature-nature-debat, 2013).
Als we kijken naar mijn cliënt. Is er niet veel bekend over de voorgeschiedenis. De informatie is uit het zorgdossier gehaald;
Mevrouw komt uit een gezin van 4 kinderen. Mevrouw heeft een normaal leven gehad binnen het gezin, de sfeer binnen het gezin was goed. Mevrouw is zelfstandige kapster geweest, heeft een eigen zaak gehad. 1981 heeft de man van mevrouw zelfmoord gepleegd. De zelfmoord van haar man heeft een hele grote invloed gehad op haar verdere functioneren. Er wordt niet veel gepraat over de zelfmoord van haar man, door haar, maar ook niet door de familie. In 2007 is het uit een onderzoek gebleken dat mevrouw aan Alzheimer dementie leidt. Enkele jaren geleden is mevrouw opgenomen in ave Maria. Mevrouw is katholiek gelovig. Ze gaat ook graag naar de kapel om een kaarsje aan te steken en te bidden.
Nature: Alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, het genetisch materiaal. (Nature-nature-debat, 2013).
Mevrouw is niet geboren met een dementie, dementie is vastgesteld in 2007 door een onderzoek. Mevrouw zit op dit moment in het tweede stadium: Het korte termijn geheugen functioneert matig. Mevrouw heeft geen besef van tijd/ dag. Wel herkent ze bepaalde familieleden wel. Mevrouw heeft een vaste en duidelijke structuur nodig. Mevrouw is bekend met stemmingswisselingen. Ze kan op zulke momenten heel fel en boos reageren. Hierover is het niet bekend of dit bij haar altijd heeft gespeeld of komt door dementie. Als mevrouw goed gestemd is, kan je alle kanten met haar op. Als ze slechte zin heeft wil ze het liefst met rust gelaten worden. Hier zie je ook dat ze zich terugtrekt van de groep. Op zulke momenten wil mevrouw met rust gelaten worden en dit wordt geaccepteerd door personeel. Ze wordt dan naar haar kamer gebracht.



Big Five model : 

Introvert: ik hou van rust, ik vind het prettig om bijvoorbeeld samen met opa op de bank te zitten en televisie te kijken en/of een boek te lezen. Ook hou ik van handwerken, dit zijn allemaal rustige activiteiten. Alleen zijn vind ik ook prettig. Ik hoef niet perse enorm veel mensen om mij heen te hebben om het naar mijn zin te hebben. Alleen of met opa kan ik mij al heel prettig voelen. Hier heb ik dan genoeg aan.
Extravert: toch vind ik het met een verjaardag of een feestdag (met kerstmis bijvoorbeeld) erg gezellig als wij bezoek krijgen, of dat wij bij iemand op bezoek gaan. Dit moet niet al te lang duren want ik wordt dan snel moe. Ik neem deel aan de gesprekken en ik zorg er voor dat iedereen voorzien is van iets lekkers op deze momenten.

Rust: 
ik ben een rustig persoon, maar dit ligt aan mijn leeftijd want toen ik zo oud was als jou, had ik geen rust. Nu kan ik genieten van een dagje rusten. Een paar jaar geleden was dit ook anders. Toen woonden we nog in een groot huis met een grote tuin, deze moesten onderhouden worden en koste veel tijd. Ik besteedde hier toen veel tijd aan. Omdat dit lichamelijk niet meer mogelijk was ben ik verhuisd naar een kleiner appartementje. Mede hierdoor heb ik nu ook de mogelijkheid om mijn rust te nemen (die ik dan ook nodig heb).

Onrust: 
ik ben niet vaak onrustig, maar als ik onrustig ben dan komt dit doordat ik veel aan mijn hoofd heb. Als het bijvoorbeeld niet zo goed gaat met iemand uit de familie dan kan ik mij hier onrustig over voelen en over piekeren.

Behoudend: 
ik vind het fijn om dingen te behouden, ik hoef niet perse het nieuwste van het nieuwste. Dit is denk ik zo omdat dit de manier is hoe ik ben opgevoed. Als het echt nodig is (en ik weet dat), dan stem ik ook mee in naar verandering à verhuizen naar het bejaarden appartement, dit was noodzakelijk i.v.m. het onderhoud van ons oude huis.

Vernieuwend: 
dit komt niet vaak voor, soms halen mijn kinderen en kleinkinderen mij over om mee te gaan in de moderne maatschappij. Een voorbeeld: opa en ik hebben een laptop gekocht en onze kleinkinderen hebben Facebook voor ons aangemaakt. Dit maakt mij niet zoveel uit omdat het geen impact heeft op ons. Ik doe dit dan voor mijn kleinkinderen.

Ordelijk: 
ik hou ervan om mijn zaken op orde te hebben. Hier zorgen opa en ik dan ook altijd voor. Ons huis ziet er bijvoorbeeld keurig uit (opgeruimd en geordend). Het scheelt dat ik veel tijd heb om dit zo in orde te houden.

Flexibel: Ik kan erg flexibel zijn als ik er iemand mee kan helpen. Als mijn kinderen mij opbellen om een avond op te passen op de kleinkinderen dan kan ik mij snel aanpassen en ervoor zorgen dat dit in orde komt. Toch houd ik ervan om bepaalde zaken op tijd te weten zodat ik mij hieraan kan aanpassen en ik niet voor verassingen kom te staan.

Meegaand: 
ik kan best een meegaand persoon zijn, toch laat ik altijd mijn eigen mening ook horen. Ik zal niet over mij heen laten lopen, maar ik wil mij ook aanpassen aan anderen en mij verplaatsen in hun standpunt.

Dominant: 
ik ben een dominante vrouw in mijn huwelijk en ik vertel opa dan ook waar het op staat. Als ik het ergens niet mee eens ben dan laat ik dit duidelijk merken. Ik ben al 55 jaar getrouwd, en dit is altijd al zo geweest.

Uit bovenstaande opdrachten kunnen we concluderen dat : 

- het belangrijk is om verschillende modellen te gebruiken, op deze manier kijk je zo breed mogelijk naar de doelgroep. Voor de manifestatie is het belangrijk om zo breed mogelijk te kijken naar de doelgroep, hier kunnen deze modellen ons bij helpen.

Hoorcollege opdracht 2 en 8 : Agogiek en diversiteit

Hoorcollege 2&8 : Agogiek en Diversiteit 1&2 

In deze opdracht staan onze normen, waarden, overtuigingen en denkbeelden over ouderen centraal. Ook hebben we aan onze ouders gevraagd welke denkbeelden hun hebben, zodat we konden kijken of dit overeenkomt en op deze manier krijgen we een zo breed mogelijk beeld over de doelgroep ouderen. 

Onze eigen normen, waarden en denkbeelden :


K: Ik vind dat je respect moet hebben voor ouderen, dit houdt o.a. dat ik altijd op zal staan om een ouder iemand te laten zitten. Daarnaast vind ik dat je respect naar ouderen moet tonen door o.a. netjes te zijn en fatsoen te tonen en geen grote mond tegen ouderen opstellen. Mijn eerste indruk over ouderen is dat zij nogal vaker mopperig zijn en dat alles wat langzamer gaat, hier heb ik zelf niet altijd het geduld voor. Oudere mensen hebben meestal een heleboel levenservaring en wijsheid, waardoor zij vele interessante verhalen vol overtuiging kunnen vertellen. Daarnaast is het mij wel opgevallen dat oudere van een andere culturele afkomst vaker op deze leeftijd verzorgd worden door de kinderen, dit vind ik een groot verschil tussen beide groeperingen. 







J: Het beeld dat ik van ouderen heb ik voornamelijk gevormd door mijn ervaringen met ouderen die ik heb opgedaan op mijn stage plekken in verzorgingstehuizen in Heerlen en in Swalmen. Het beeld dat ik heb van ouderen ziet er ongeveer zo uit: de ouderen zijn erg afhankelijk van de zorg en de vrijwilligers. Ze zullen nooit meer zo zelfstandig kunnen leven zoals dit voorheen wel mogelijk was. Vaak voelen de ouderen zich eenzaam, dit kan komen door dat ze weinig bezoek krijgen omdat ze bijvoorbeeld geplaatst zijn in een bejaarden tehuis dat ver buiten hun geboorteplaats ligt. Ouderen voelen zich ook erg beperkt in hun doen en laten, dit komt dan voornamelijk door hun lichamelijke beperkingen en/of ziekten beelden. Aan de andere kant zie ik ouderen ook als mensen die kunnen genieten van de kleine simpele dingen zoals een wandeling of een bezoekje van hun kinderen. Kleine complimentjes kunnen hun hele dag opfleuren. Hiernaast denk ik dat ouderen ons veel kunnen vertellen (en leren) doordat hun zijn opgegroeid in een hele andere manier van leven.  

A: Vanuit thuis heb ik meegekregen dat je voor ouderen respect moet hebben en hun ondersteunen waar het nodig is. Als ik naar mijn achtergrond kijk, hebben onze ouderen veel gezag over hun kinderen. Ze verwachten dat wanneer hun kinderen volwassenen worden ook de taak hebben om voor hun ouders te zorgen. Dit houd in samen in een huis voor je ouders zorgen. Persoonlijk vind ik dit een hele mooie gebaar naar onze ouders toe. Immers we zijn ook liefdevol opgegroeid door onze ouders, zo ligt de druk op je als kind zijnde om voor je ouders te zorgen. Wanneer ik naar mijn geloof kijk, wordt er gezegd dat onder de voeten van je ouders het paradijs ligt. Hieruit heb ik mee gekregen dat je wanneer je geen respect hebt voor je ouders dat je een zonde bent begaan.




E: Mijn beeld over ‘ouderen’ is niet zwart of wit. Er zijn ouderen die nog heel vitaal zijn, zoals mijn opa. Maar ook zijn er ouderen die bedlegerig zijn. Eén van de normen die voor mij heel belangrijk is, is dat ik van mening ben dat je ouderen altijd met respect moet behandelen. Het zijn mensen die al veel langer leven dan ik en dus ook al veel meer ervaring met het leven hebben dan ik.
Een ander beeld dat ik heb van ouderen, iets wat misschien minder waar is, is dat ouderen lief zijn. Waar het beeld vandaan komt? De ouderen die ik ken, zijn over het algemeen hele lieve mensen. Echter, mijn moeder werkt met (dementerende) ouderen en zij komt wel eens terug met verhalen die iets anders suggereren (wat klinkt dat onaardig!).

Normen, waarden en denkbeelden van onze ouders:

K: Antwoorden op de bovenstaande vraag zijn gegeven door mijn moeder. De ouderen in hun waarde laten en hun accepteren zoals ze zijn, ondanks zij af en toe lastig kunnen zijn. Daarnaast moet je geduld hebben richting ouderen en ze met respect behandelen. Er zijn ook ouderen mensen die het soms lastig kunnen maken, hun mening doordrijven , eigenwijs en niets aannemen enzovoort. Ouderen die zij kent zijn katholiek gelovig en streven dit geloof na. Ze geeft aan dat ze nauwelijks ouderen kent van een andere cultuur, wel geeft ze aan dat er steeds meer ouderen van een andere afkomst binnen het verzorgingstehuis worden opgenomen. Ze geeft aan dat ze deze ouderen ook vaker niet begrijpt, omdat zij vanuit een andere cultuur naar dingen kijken en andere normen en waarden hebben. 

J: Mijn moeder heeft een ander beeld als mij van ouderen. Dit komt omdat haar eigen ouders de doelgroep zijn. Zij is opgevoed door de mensen die nu onder de groepering ouderen vallen. Mijn moeder zal bepaalde handelingen in deze tijd van ouderen sneller begrijpen omdat zij is opgegroeid in de tijd dat de ouderen van nu toen haar leeftijd hadden. Zij heeft een beeld van hoe de maatschappij er in die tijd uit zag. Een andere reden waarom mijn moeders beeld verschilt van mijn beeld van de ouderen is omdat zij ouderen in een andere omgeving kent. Ik ken de ouderen van de verzorgingstehuizen (en soms hier buiten), mijn moeder kent eigenlijk alleen ouderen die nog zelfstandig wonen (zoals haar eigen ouders).

A: Mijn beide ouders, opa’s en oma’s leven niet meer. Dus deze vraag kan ik hun niet persoonlijk stellen wel kan ik denken over hoe ze erover dachten. Van mijn moeder weet ik dat ze heel anders over deze doelgroep denkt dan ik en zou handelen. Wat ik hiermee bedoel is dat ik dat zij niet voor haar moeder kon zorgen i.v.m dat ze hier in Nederland heeft gewoond. Maar wel haar moeder financieel ondersteunen in Afghanistan.

E: Mijn moeder, werkende in als verzorgde IG in een oud klooster in Maastricht, vindt deze vraag moeilijk. Zij vertelde: Het hangt heel erg van de persoon af. Niet iedereen wordt ouder op dezelfde manier. Je hebt mensen (ouderen) die zijn nog heel druk met van alles en nog wat. Die hebben nog druk contact met kinderen en kleinkinderen, gaan nog zelf boodschappen doen, zitten bij een club, beoefenen hun hobby nog, noem maar op. Maar er zijn ook ouderen die dit niet hebben, die niets meer meekrijgen van de wereld, in een sociaal isolement leven (daar zijn er plenty van) kortom: Het andere uiterste. Natuurlijk zit hier tussen ook nog genoeg. Waar het om gaat is dat je mensen, ouderen, senioren, als mensen beschouwd en ze ook op deze manier behandeld.

Zijn er verschillen, of overeenkomsten? 

K: Wij vinden het beide belangrijk dat oudere mensen met respect behandeld moeten worden. Daarnaast hebben wij allebei ondervonden dat oudere mensen af en toe niet makkelijk kunnen zijn en nogal eigenwijs kunnen zijn. Een verschil is dat mijn moeder het lastiger vind om normen en waarde van een andere culturele afkomst te begrijpen. Dit heeft mij echter nooit beïnvloed in mijn denkbeeld, ik heb hier zelf nauwelijks moeite mee en sta open voor een andere cultuur.

J: Een overeenkomst tussen mijn moeders denkbeeld en mijn eigen denkbeeld is dat het ons beide opvalt dat de ouderen genieten van de kleine en simpele dingen, die wij zelf vaak niet eens opmerken (wij vinden dit vanzelfsprekend). Een andere overeenkomst: wij kunnen beide de levensdoelen van ouderen op dit moment benoemen. Namelijk: kleinkinderen, kinderen en hun echtgenoot(e).

A: Een verschil is dat mijn moeder en ik totaal verschillen over deze doelgroep. Een overeenkomst is wel dat ik respect heb voor ouderen. Maar wat mijn moeder heeft opgedragen gekregen kan ik heel moeilijk begrijpen. Dat je als kind verantwoordelijk bent voor je ouders tot hun dood. Aangezien ik hier in Nederland ben opgegroeid is er genoeg verzorgingstehuizen. Dit is totaal niet gepast bij ons in de cultuur.

E: Wat eigenlijk zowel bij mij als bij mijn moeder terug komt, is het stukje over hoe je ouderen behandeld: “Met respect” en “Als mensen”. Maar hoe beïnvloedt het mijn kijk op deze groepering? Ik denk dat ik ouderen wat voorzichtiger benader. Ook ga ik meestal van het beste van de ouderen uit. In mijn gedachten gaat het dan zo: Ik heb respect voor de ouderen, dat is vast niet  voor niets. Dat betekent dat het dan goede mensen zijn, anders zou ik geen respect voor ze te hoeven hebben. Dus dit denkbeeld heeft grote invloed op mijn kijk op de groepering.







maandag 12 mei 2014

Vanuit de praktijk

Vanuit de theorie

Ervaring in de praktijk 3

Ervaring in de praktijk 2

Interviews taaktoets 1. 

Voor onze taaktoets 1 hebben wij allemaal individueel een interview gehouden met een persoon uit de groepering 'ouderen'. In deze taaktoets moesten wij een beschrijving geven van de geïnterviewde persoon, met behulp van de diversiteitscirkel. Vervolgens moesten wij een stukje schrijven over de beeldvorming door de maatschappij over de groepering 'ouderen'. Hierbij moesten wij ook vermelden hoe de geïnterviewde persoon dit ervaart en hoe hij of zij graag gezien wilt worden. Daarna moesten wij een stukje schrijven over bepaalde vooroordelen die wij zelf hadden t.a.v. de groepering 'ouderen' en hoe deze veranderd waren tijdens het interview. Ook moesten wij reflecteren op een betekenisvolle situatie tijdens het interview. 
Tot slot moesten wij per persoon drie aanbevelingen geven ten aanzien van taaktoets 2 n.a.v. het interview.
Deze zullen wij hieronder weergeven.



_________________________________________________________________

J. de R. heeft Mevrouw F.K. geïnterviewd. Mevrouw F.K. woont in het woonzorgcentrum in Swalmen. 

Aanbeveling 1: Wij willen laten zien dat onze doelgroep ‘ouderen’ ontzettend veel levenservaringen heeft opgedaan door de jaren heen (ze hebben de meeste levenservaringen van alle groeperingen). Omdat de meeste ouderen open staan om hierover te vertellen (dit heeft J.R. ervaren op haar stage tijdens de vele gesprekken met bewoners van het woonzorgcentrum in Swalmen) kunnen ze hun levenservaringen doorgeven en kunnen veel mensen hier iets van leren.
________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Wij willen laten zien dat het geloof een grote rol kan spelen in het leven van een oudere en dat zij hier ook kracht uit kunnen putten bij bijvoorbeeld tegenslagen.
Deze aanbeveling hebben wij opgesteld n.a.v. het interview van J.R. met Mevrouw F.K. omdat hierin naar voren kwam dat zij tijdens de moeilijke momenten in haar leven de hoop niet heeft opgegeven omdat zij kracht kon halen uit haar geloof, haar geloof speelt een belangrijke rol in haar leven.
_________________________________________________________________

Aanbeveling 3: Wij willen laten zien dat de meeste ouderen bereid zijn om hun levenservaringen te delen, ze vinden het namelijk fijn om hun verhaal kwijt te kunnen. Ze zijn ook bereid om hun hulp aan te bieden en wijze raad te geven. Dit kunnen wij concluderen uit de ervaringen van Judith op haar stage plek.

Judith heeft d.m.v. haar stage plek in een woonzorgcentrum veel ervaring met de doelgroep ‘ouderen’. Hieruit kan zij concluderen dat het merendeel van de ouderen het erg prettig vind om een praatje te maken. De meeste ouderen binnen een woonzorgcentrum hebben minder contacten dan voorheen toen ze nog zelfstandig woonde en vinden het daarom prettig om in contact te zijn met anderen. 

_________________________________________________________________

E.R. heeft Mevrouw van G. geïnterviewd. Mevrouw van G. woont 
in het woonzorgcentrum De Beyart in Maastricht. 

Aanbeveling 1: Wij willen laten zien hoe bescheiden ouderen zijn. Ze kunnen misschien veel hebben (fortuin), maar scheppen hier niet over op. 

_________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Ondanks dat ouderen lichamelijk steeds minder gaan functioneren, zijn er een heel aantal nog erg actief. Laat dit zien! 



_________________________________________________________________

Aanbeveling 3: Mensen praten graag, vooral over zichzelf. Voor ouderen is dit niet anders, laat mensen eens met elkaar in contact komen! . E.R. heeft namelijk erg veel geleerd van haar interview en dit gunt zij anderen ook. 


_________________________________________________________________

A.A. heeft Mevrouw Anoniem geïnterviewd. Mevrouw Anoniem is van Surinaamse afkomst. 

Aanbeveling 1: Wij willen dat de aandacht brengen naar de krachten van ouderen op het gebied van kennis en wijsheid die zij gedurende levensjaren hebben opgedaan. 


_________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Wij willen d.m.v. een toneelstuk uit te voeren een goed beeld geven van de heersende beeldvorming in de maatschappij over de doelgroep 'ouderen'. 



_________________________________________________________________

Aanbeveling 3: Wij willen de kracht van ouderen om 'van niets, iets te kunnen maken', naar voren brengen.

___________________________________________________________________________________

K.R. heeft Mevrouw M.S. geïnterviewd. Mevrouw M.S. woont zelfstandig in een rijtjes huis. 

Aanbeveling 1: Wij willen laten zien dat ouderen beschikken over doorzettingsvermogen. Vaak is het zo dat ouderen veel heben mee gemaakt (ze hebben immers al een heel leven achter zich) en dit dan op een positieve manier bekijken: ze laten zich hier door niet belemmeren maar leren hier juist van. 








_________________________________________________________________

Aanbeveling 2: Wij willen laten zien dat ouderen beschikken over een enorm aanpassingsvermogen. In het interview dat K.R. heeft gehouden met Mevrouw M.S. kwam dit goed naar voren, Mevrouw M.S. heeft zich namelijk altijd moeten aanpassen en zij ziet dit zelf ook als een kracht die zij bezit.





_________________________________________________________________


Aanbeveling 3: Wij willen laten zien dat veel ouderen van zichzelf houden en erg positief ingesteld zijn ondanks de voorkomende verminderende lichamelijke en psychische functies. Het is namelijk een kracht om te weten wat je aan jezelf hebt, hier van houdt en positief over jezelf bent! Ook dit kwam terug in het interview van K.R. met Mevrouw M.S.