maandag 12 mei 2014

HR 4 Culturele antropologie en diversiteit 1

Diversiteit.
‘Diversiteit is het besef dat elk individu uniek is en dat er verschillen zijn tussen mensen. Soms zijn deze verschillen zichtbaar, zoals leeftijd, handicap, huidskleur en of je man of vrouw bent. Soms zijn ze minder duidelijk: etniciteit, geloofsovertuiging of seksuele voorkeur’ (movisie,2012).




Primaire en secundaire identiteiten.

Primaire identiteiten:
Komen tot stand in het vroege leven van individuen en zijn vaak moeilijk veranderbaar.
Bijvoorbeeld: geslacht, religie, etniciteit.

Secundaire identiteiten:
De identiteitsontwikkeling die na de primaire sociale ontwikkeling plaatsvind en vaak wel veranderbaar.
Bijvoorbeeld: beroepsidentiteit of identiteit door talentontwikkeling.

De diversiteitscirkel als cirkel van uitsluiting.
Mensen hebben de neiging om zich te identificeren met mensen wiens identiteitsdimensie overeen komen met die van zichzelf (wij) en zich te distantiëren van mensen met afwijkende identiteitsdimensies en gedragingen (zij).




Geen opmerkingen:

Een reactie posten