maandag 12 mei 2014

HR 10 Ethiek en diversiteit 1

Hoorcollege 10 filosofie en ethiek. 25-5-2014. 

Het existentialisme
Het staat voor een bepaalde levenswijze. Is een normatieve stroming die aangeeft hoe je moet leven/handelen. het fundament van deze stroming is zwaar filosofisch uit de tak metofisica.
Het huwelijk is een onderdrukkend systeem, je moet vrij kunnen zijn volgens Sartre en de Beauvoir.
Wat maakt een handeling goed, volgens het existentialisme à dat antwoord moet je zelf verzinnen, je bedenkt zelf wat goed is en wat niet, je bepaalt zelf.

Sartre zegt: Wie voor zichzelf kiest, kiest voor allen. Wanneer ik iets voor mezelf kies moet ik het dus ook goed vinden als anderen dit doen.
Stanley millgram
Deed een test om te kijken hoe gehoorzaam mensen zijn. Uit deze experimenten blijkt dat wij ons als kuddedieren gedragen. We kijken wat de ander doet en we volgen. We vertrouwen op een ander en denken dat het dan wel goed komt.
Sleutelbegrippen existentialisme
Houdt zich bezig met de vraag van de betekenis van het werkwoord zijn. Houdt zich bezig met het zijn en het niet zijn. Wat is het is. Bijvoorbeeld we zeggen dat gedachten er zijn. Maar zijn is allemaal op een andere manier. De manier waarop iets bestaat is verchillend. Er is een gedachte is iets anders als er is een stoel.
Je kunt zeggen:
-   Dat iets is: bestaan; existentie. Er is een ….
-   Wat het is: wezen, essentie. Wat is het dan? Wat is de essentie van een stoel? Wat is de essentie van de mens? Aristoteles zegt: de mens is het enige wezen wat kan nadenken over zichzelf.
-   Dat het is: zinswijze. Hoe is iets? Je houd je bezig met de leer van het zijn. Je houdt je bezig met hoe iets is.
Existentie, het bestaat à je bent er
Essentie, hoe bestaat het dan à waarom ben je er

Wat maakt mensen tot mensen?
De essentie van de mens
Je hebt niet allemaal iets gemeenschappelijks. Er bestaan alleen maar individuele mensen. De zoektocht naar de mens is onzinnig, want er is geen gezamenlijke essentie/ eigenschap dit zegt Sartre. Sartre definieert mensen als zelfbewustzijn.
Waarom is er geen menselijke essentie?
Als iets een essentie heeft moet er een maker zijn. Als je een ding hebt dan is er eerst een essentie van dat ding. Want je maakt dat ding omdat je een essentie hebt. Bijvoorbeeld boemerang je maakt een boemerang zodat het terugkomt, je maakt het omdat de essentie is dat de boemerang terugkomt. Mensen hebben geen essentie, je leeft ineens.
De existentie gaat vooraf aan de essentie bij de mens. Er is geen schepper volgens Sartre van de mens. Je bent wat je doet en je kunt van jezelf maken wat je wilt. Volgens Sartre bestaan we eerst en dan moeten we nog iets van onszelf maken.

Mensen zijn geen dingen
Mensen zijn op een andere manier in de wereld als dingen. Als mens ben je een ziel je kent geen ziel toe aan dingen. Als je als ding behandeld wordt vind je dit niet prettig.
Een ding wil niks. Het zijn van de dingen is gesloten. Een ding heeft geen relatie met zichzelf, heeft geen bewustzijn. Een mens wil wel iets.
Een mens wil iets en kan nadenken over zichzelf. Je kunt je eigen emoties onderzoeken. Je kunt afstand nemen van jezelf maar tegelijkertijd ook kijken naar jezelf. Je bestaat voor jezelf. Je kan elk moment je gedrag veranderen. Je bewustzijn is een proces. Als je opzoek gaat naar jezelf, wat vind je dan? Je ‘ik’ is een proces. Er is geen excuus voor de mens die jij bent. Je karakter is aangeboren en aangeleerd. Sartre gaat er vanuit dat als jij iemand anders wilt zijn, dat je je dan maar gewoon anders gaat gedragen. Je kunt dan iemand anders zijn.

Wij zijn vrije wezens, dus kunnen wij betekenis geven aan het leven. Je geeft zelf betekenis aan het leven, je geeft betekenis aan dingen en je geeft betekenis aan ‘ goed’ en ‘kwaad’. We moeten zelf betekenis geven aan de wereld en aan dingen om ons heen. Je komt hier niet aan onder uit. Je moet betekenis geven aan dingen dit doe je automatisch. Je kunt ook niet niet kiezen je hebt altijd een keus. Dit zegt Sartre. Je bent voor alle keuzes die je maakt verantwoordelijk, je hebt geen excuus, je hebt zelf die keus gemaakt.
Er is één excuus, de gesitueerde vrijheid of facticiteit. Je kiest niet of je zonder benen geboren wordt. Waar je wel voor kiest is hoe je daarmee omgaat. Als je zonder benen geboren wordt kun je zielig achter de geraniums gaan zitten maar je kunt er ook voor ‘kiezen’ om goed te worden in sport en mee te doen aan de paralympisch. Facticiteit à is de (negatieve) situatie waarin je je bevind, heb je positieve vrijheid, het vermogen om te kiezen hoe je met de situatie omgaat.

Vrijheid is het vermogen tot transcenderende van de facititeit à het in staat zijn om in elke situatie jezelf af te vragen hoe je je gaat gedragen

Mauvaise foià het ontkennen van de vrijheid/verantwoordelijkheid. Als je je vrijheid ontkent, ontken je ook je menselijkheid. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten