Groepering: Mensen die een gezamenlijk doel hebben.
De
groepering ouderen is geen vrijwillige groepering, ze hebben er niet zelf voor gekozen om er bij te horen.
Plagen
à gelijkwaardigheid,
goedaardig karakter, houdt na verloop van tijd op.
Pesten
à geen
gelijkwaardigheid, vaak met een groep tegen een individu, gepeste kan zich niet
verweren, houd niet op.
Discriminatie.
Betekenis:
ongelijk behandelen op basis van vooroordelen over groepen mensen. Denk aan huidskleur
en/of herkomst (ras), godsdienst, geslacht, seksuele geaardheid, handicap of chronische ziekte.
Ouderen
in een verzorgingstehuis pesten elkaar ook. (tasje bewust op een stoel zetten
zodat die ene mevrouw er niet mag zitten!).
Leo
Montis: Pesten hoort er gewoon bij, natuurlijke aard, mensen willen bij groeperingen
horen en daarbij hoor pestgedrag.
Psychologische invalshoek: kijken wat het doet met een mens en wat betekent het voor je verdere leven. Wat draag je nu bij je van eerdere ervaringen. Kijk je door bepaalde gebeurtenissen anders naar bepaalde mensen (voorbeeld Maastrichtenaren).
Psychologische invalshoek: kijken wat het doet met een mens en wat betekent het voor je verdere leven. Wat draag je nu bij je van eerdere ervaringen. Kijk je door bepaalde gebeurtenissen anders naar bepaalde mensen (voorbeeld Maastrichtenaren).
Psychologische effecten van pesten...
-
Aanhoudende
stress;
-
Laag
zelfbeeld;
-
Alle
moed verliezen en symptomen van depressie; (suïcidaliteit kan voorkomen).
-
Verlies
van vertrouwen in andere mensen;
-
Gevoel
er maatschappelijk niet bij te horen;
-
Ervaren
van lagere levenskwaliteit;
-
Maatschappelijke
achterstelling en uitsluiting;
-
Armoede
en werkeloosheid;
-
(Zorg)afhankelijkheid;
-
Internaliserend
en internaliserend probleemgedrag.
Wat is bedreigend
in de verschillende ontwikkelingsfasen (Erikson) en wat betekent dit voor je zelfbeeld op
dat moment en later in je ontwikkeling?
1.)
Orale
fase (0 tot 1.5 jaar): vertrouwen. Bij bedreigende omgeving: gebrek aan
vertrouwen in jezelf en anderen.
2.)
2.)
Anale fase (1.5 tot 3 jaar): autonomie. Bij bedreigende omgeving: gebrek aan
zelfstandigheid en schamen voor zichzelf.
Vervolg
1: bedreigingen en zelfbeeld in verschillende ontwikkelingsfasen:
3.)
Fallische
fase (3 tot 6 jaar): initiatief. Bij bedreigende omgeving: geen experimenten en
initiatieven nemen, passiviteit, schuldgevoel.
4.)
Latentiefase
(6 tot 12 jaar): competentie. Bij bedreigende omgeving: niet komen tot
samenwerken, geen plezier in presteren, minderwaardigheidsgevoelens.
Vervolg
2: bedreigingen en zelf beeld in verschillende ontwikkelingsfasen.
5.)
Adolescentie
(12 tot 20 jaar): identiteit. Bij bedreigende omgeving: verwerven van
nepidentiteit (fore closure, kunstmatige identiteit, identiteitsverwarring,
negatieve identiteit);
6.)
Jong-volwassenheid
(20 tot 30 jaar) intimiteit.
Vervolg
3: bedreigingen en zelf beeld in verschillende ontwikkelingsfasen.
7.)
Volwassenheid
(30 tot 60): productiviteit. Bij bedreigende omgeving: het niet toekomen aan je
levensdoelen (improductief zijn) en in jezelf gekeerd raken.
8.)
Ouderdom
(60 jaar tot dood): tevredenheid. Bij bedreigende omgeving: het gevoel hebben
niet geslaagd te zijn in het leven. Blijven treuren om mislukkingen en gemiste
kansen. Geen vrede kunnen hebben met de dood.
Contacthypothese.
Betekenis: Wederzijds begrip wordt bevorderd door het regelmatig met elkaar in contact te
treden van verschillende groepen mensen die dezelfde doelen, samenwerking,
status en autoriteit nastreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten